Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juli 2025


Van jonge raapstelen stroopt men het blad af, en de stelen, aan stukjes gesneden zijnde, worden gaargekookt, dan op een doorslag geschud en zoo sterk mogelijk uitgedrukt. Mogten zij reeds wat ouder zijn, dan zet men ze na het afkoken nog eenigen tijd in koud water. Vervolgens worden zij gestoofd met boter in meel fijngemaakt en wat melk; men raspt er bij het opdoen notemuskaat over. Meirapen.

Haas en wild gevogelte wordt ook in marinade gezet, of het laatstgenoemde met de daarvoor gebruikte kruiderijen ingewreven; voor tam gevogelte neemt men alleen citroenschijven en notemuskaat, om het te smoren. Voorts handele men met het in orde brengen van de pastei geheel volgens No. 5.

Deze engelsche pasteitjes dienen voor het dessert en worden op de volgende wijze gereed gemaakt: 2 1/2 o. rozijnen zonder pitten en evenveel krenten, worden gewasschen, dan goed gedroogd en met anderhalf o. niervet fijngehakt. Dit wordt vermengd met eene halve geraspte notemuskaat en een kopje rhum.

Capucijner erwten kookt men als doperwten, met dit onderscheid, dat men het zout er bij kan koken. Molsla, of paardenbloemen worden, naar verkiezing, al of niet afgekookt, en dan met boter en notemuskaat langzaam gestoofd. Suikerijlof wordt als molsla behandeld. Rhabarber.

Zuring wordt evenals postelein gesmolten met het water dat er bij het wasschen blijft aanhangen; als zij gaar is giet men het overtollige nat er af, en stooft ze met boter en notemuskaat. Zuring is in een half uur gereed. Men presenteert ze tegelijk met spinazie. Aspersies.

De spinazie worde zoo vlug mogelijk 8 of 10 minuten lang afgekookt, dan terstond in koud water gezet, op een doorslag goed uitgedrukt en fijngehakt. Om ze te stoven voegt men er boter bij, eene dikke snede wittebrood, die in melk geweekt en fijngewreven is, benevens notemuskaat, die men er ook bij het opdoen overheen raspt.

Dan opgedaan met de volgende saus er over gegoten: Voor eene portie van 5 personen neemt men 2 eijerdoijers, een goed stuk boter, een lepel meel, even zooveel melk, wat notemuskaat en zout; men klopt dit alles door elkander tot het fijn en gelijk is en lengt het vervolgens aan met vijf maatjes water; men voegt er voor den smaak eenige druppels azijn bij, en roert het op het vuur tot het dik is.

Men neemt peper, kaneel en notemuskaat, van ieder 1 l., 6 w., voegt daarbij 2 w. gember en 15 nagelen, dat alles zeer fijn gestampt en goed dooreengemengd moet worden. In eene gesloten flesch bewaard, is het zeer gemakkelijk om voor het kruiden van soep, saus of ragout bij de hand te hebben. Om mosterd te maken.

Zij moeten in meel worden gewenteld en er moet veel boter of olie voor worden gebruikt. Beignets van visch. Overgebleven visch hakt men fijn en roert ze dooreen met goed wat gesmolten boter, eenige eijeren, wat zout, notemuskaat, citroenschil en geraspt wittebrood.

Er behoort wat peper en veel prij in te worden gedaan. Zuringsoep. Men bruint eene goede hoeveelheid meel in boter, laat jonge zuring daarin smelten en met wat zout in kalfsbouillon doorkoken. De soep is dan in een klein half uur gereed; zij wordt gebonden met eenige eijerdoijers, die men klutst met room en wat notemuskaat, en opgedaan met geroosterd brood in de terrine. Kervelsoep.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek