United States or Brunei ? Vote for the TOP Country of the Week !


Heeft de byeswaerm maer een moer, ofte is het dat gy haer niet veel kondt visiteeren ofte sy meer moeren heeft, dan niemt eenige byen en set een moer by dese; hebt gy geene, dan visiteert de byen die geswaermt hebben, en sie ock ofter nogh meer swaermen moeten en ofte sy bequaem moeren hebben. Dan niemt een van dese moeren en doet gelyk ick voor geseidt hebbe.

Daer naer helpt dese moer met andere byen, soo wordt het een volkomen bye binnen eenen korten tydt. D. Vr. Wat is er nogh te bemercken?

M. A. Ick hebbe in het sesde deel gesproken, van het visenteeren der byen, ofte sy een moer hebben; soo ock moet men visenteeren ofte sy ock nogh honingh hebben. Heeft de bye in February geenen ofte weynig honingh, soo is het geraetsaem, dat gy sulke uytjaegt en haer nieuwen honingh geeft, want sulke bye kost alteveel honingh en werkt weynig.

Hoe sal ick een moerloose bye helpen? M. A. Ondervindt gy dat gy eene moerloose bye hebt in den lenten, gy moet ondersoeken ofte de moerloose bye veel ofte weynig volck heeft. Heeft sy weynig volck, jaeght haer uyt en werpt haer by eene bye die een moer heeft, maer luyttel volck, dan sal dese wel werken.

Seyt dan versiekert, dat sy de moer heeft aengenomen; is het dat de bye middelmatig volck heeft, dan gebruekt die moeren welcke met eenige byen staen; heeft de moer neeten, dan is de bye onfeilbaer geholpen.

Maar: Zijt gij de Duivel, zeide de dronkaard, ik ben zijn Moêr, en sloeg hem lustig met een stuk houts. Hij zou hem afgemaakt hebben, ten ware de priester, veranderende van stem, geroepen hadde: Hou op, ik ben geen geest, ik ben Heer Jan. Op die bekende stem sprong de vrouw uit het bed, en scheidde hen."

Hebt gy de moer bekomen, soo niemdt soo veel byen by de moer, als gy dunkt noetsaekelyk te syn tot eenen jaeger. D. Vr. Hoe veel byen moet ick nyemen voor een jaeger? M. A. Dit moet gy leeren door het pratyk, maer eenen jaeger, die vroegh in den lenten gejaegt is moet niet soo veel volck hebben, als die gejaegt worden ontrent St.

Zie, 't ruime vertrek staat vol met beelden van goden en godinnen, die nog van de "Oude Kamer" hierheen zijn verhuisd, en boven de ruime Schouwe leest gij dit raadseltje van Vondel: Geluckigh is het Land, Daer 't kind sijn moer verbrant. Hierboven zijn de woonvertrekken van den kastelein; daar zult gij niet veel vinden, om uwe belangstelling op te wekken.

In sommige Friesche woudstreken is het de gewoonte, dat op de laatste van het veld komende wagenvracht boekweit een meiboom wordt geplaatst, en wel een tak van den lijsterbessenboom met de rijpe bessen er aan. Op het Bildt zaten voorheen op den laatsten wagen boonschoven, die werden binnengehaald, twee jongens met een strooman. Zij zongen aldus: Moer, moer, de pan over 't vuur!

Daar het onderhoud van die molens nog al kosten meebrengt, moet men zich er niet over verbazen, dat in Holland de prijzen der levensmiddelen tamelijk hoog zijn.... Desondanks heeft een oud dichter, Vondel genaamd, in geestdrift over het succes, met de turf verkregen, aan het hoofd van een zijner werken dit hoog welsprekend woord geplaatst: "Gelukkig het land, waar 't kind zijn moêr verbrandt!"