Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 september 2025


Anderen zijn in het byzonder aan de groningsche gouen eigen, omdat de mansvóórnamen die er aan ten grondslag liggen, al zijn het allen zuiver-friesche en dus even zeer echte algemeen-germaansche namen, toch meer by de groningsche bevolking in gebruik zijn als by de friesche bevolking west van de Lauers. Toch komen over en weêr op deze regels vele uitzonderingen voor.

Van sommigen dezer geslachtsnamen komen heden ten dage ook de versletene formen voor, als maagschapsnamen, aan andere geslachten eigen. Zoo bestaan de namen Ekema en Eekma naast Ekama; Galema naast Galama; Gerkema naast Gercama. De mansvóórnamen die aan deze geslachtsnamen ten grondslag liggen, zijn grootendeels nog heden als zoodanig by de Friesen in volle gebruik.

En wijl deze namen ten deele ook veelvuldig onder ons als mansvóórnamen in gebruik zijn, zoo komen zy ook als vadersnamen voor, en wel tevens in allerlei afgesletene formen. Als voorbeelden voer ik slechts de geslachtsnamen aan die van een paar dezer namen, van Lucas en Stephanus, afkomstig zijn.

En dit is ook eene van de vele redenen, waarom in Friesland sommige adellike en burgerlike geslachten de zelfde namen voeren, en ook waarom in Friesland de geslachtsnamen in zoo verschillende spellingen voorkomen; b. v. Eene kleine groep van nederlandsche geslachtnamen bestaat uit vadersnamen welke geformd zijn van mansvóórnamen met het bepalende lidwoord, eveneens in verbogenen form, daar voor.

Even als dezen zijn de friesche patronymika louter van mansvóórnamen, natuurlik meest van friesche mansvóórnamen afgeleid. Even als dezen komen ze ook heden ten dage voor in verschillende spellingen, en op verschillende wyzen saamgetrokken of versleten. Ook zijn de friesche vadersnamen van zeer ouden oorsprong. Reeds in de 9de eeu vinden wy het geslacht Cammingha, nog heden bestaande, vermeld.

Van daar hoogst waarschijnlik dezen, in den tegenwoordigen tijd zoo zonderling luidenden naam. Als geslachtsnamen, ontleend aan woorden die byzondere voortbrengselen uit het dierenrijk aanduiden, noem ik hier nog: Koehoorn, Honig, en Parel, met Perel, Paerl, Paerel, en het patronymikale Parels. Sommige namen van dieren komen ook als mansvóórnamen voor.

Immers als oud-germaansche mansvóórnamen, ook by onze voorouders in gebruik, komen Wit of Witte, Root, Brune en Grise wel voor. Men vindt ze allen vermeld, ook in samenstellingen, in Förstemann's Altdeutsches Namenbuch. Zeer vele geslachtsnamen, meestal patronymika, zijn van deze mansvóórnamen afgeleid; b. v. Zie ook bl. 79.

Donia, Hania, Harinxma. Dikwijls zijn die namen in spelling en form een weinig veranderd van den oorsponkeliken form, die nog voor den naam van 't oorspronkelike geslacht in gebruik bleef; b. v. De form ing, om patronymika van mansvóórnamen te maken, is de oudste en eenvoudigste. Men kan dezen form de normale noemen. Hedendaagsche nederlandsche geslachtsnamen die dezen form vertoonen, zijn b. v.

Eenen derden, vreesachtig van aard en by 't minste gevaar op de vlucht gaande, noemde men spottender wyze Hein de Haas, enz. Dan nog zijn vele geslachtsnamen, schijnbaar uit diernamen bestaande, eenvoudig mansvóórnamen, en als zoodanig, als geslachtsnamen in gebruik gekomen of verformd.

Bergsma, Brugsma, Hamersma en Wakkersma zijn geslachtsnamen wier oorsprong men ook eer in de woorden berg, brug, hamer en wakker zoude zoeken, dan in mansvóórnamen. Het geslacht Bergsma voert zelfs een varken, friesch baerch, barg, als sprekend wapen. In Kiliaan's Woordenboek komt dit woord nog voor als »Bergh, Bargh. Maialis, porcus exsectus sive castratus. Ger. Bargh: Ang. Barrowe."

Woord Van De Dag

duri

Anderen Op Zoek