Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Bij enkele soorten heeft ieder mannetje één wijfje, andere leven in polygamie. Gedurende den paartijd zijn zij zeer opgewonden; de mannetjes toonen dit door zonderlinge gebaren en geluiden, door een volslagen wijziging van hun gewone levensmanier en een gedrag, dat wij dwaas kunnen noemen, maar dat toch in hooge mate onze belangstelling wekt. Alle soorten vermenigvuldigen zich sterk. Het wijfje legt 8

De mannetjes hebben vederen op het lyf van eene zeer heldere zwarte kleur, zynde hun staart en een gedeelte der vlerken van eene karmozyn kleur; de wyfjes hebben ook het lyf zwart, maar het overige van eene zeer fraaije geele kleur.

Alle mannelijke Mantelbavianen begaven zich naar den rand van de rots, knorden, bromden, brulden en sloegen woedend met de handen op den grond; aller oogen richtten zich omlaag, de geheele bende rende heen en weer; eenige bijzonder grimmige mannetjes begonnen bij den rotswand naar beneden te klauteren.

Zelfs door een fluit kan men den goed fluitenden menschenmond niet vervangen. Eenige Goudvinken leeren zonder bijzondere inspanning 2 of 3 stukjes, terwijl andere stumpers blijven; eenige onthouden het geleerde, zoolang zij leven, andere vergeten het weer, vooral gedurende den ruitijd. Ook de wijfjes leeren wijsjes fluiten, hoewel zij dit zelden nagenoeg even vol en zuiver doen als de mannetjes.

Gould heeft zich er van overtuigd, dat de priëeltjes door verscheidene Kraagvogels als plaatsen van samenkomst worden gebruikt; want eens, toen hij in de nabijheid van een dezer gebouwen op den loer lag, schoot hij schielijk achtereen twee mannetjes, die uit dezelfde gang naar buiten waren gekomen.

Volgens een mededeeling van Von Rozenberg betaalde de gouverneur-generaal van Nederlandsch Indië, Sloet van de Beele, voor twee volwassen mannetjes de som van 150 gulden. Deze Vogels werden door Von Rozenberg zelf van Makasser naar Java overgebracht. Bennett zag een gevangen Tsiankar in China, die 9 jaren lang in de kooi geleefd had.

In sommige lagere vormen, zooals in rotiferen, insekten en crustaceæ, worden de meest inferieure mannetjes gevonden, soms zijn zij er in het geheel niet, of als zij bestaan dan hebben zij geen ander nut dan als bemiddelaar bij de voortplanting.

In den voortplantingstijd strijden zij met hunne soortgenooten op leven en dood; zonderlingerwijze doen dit niet slechts de mannetjes, maar ook de wijfjes, die hare echtgenooten aanmerkelijk in grootte overtreffen en, naar het schijnt, bij sommige soorten de eenige kampvechters zijn.

Als de troep tot overeenstemming gekomen is over de plaats, waar zij zich zal vestigen, dan begint het apenleven, met zijne genoegens en twisten, zijne veldslagen, zijne behoeften en ellenden. Het krachtigste mannetje wordt de aanvoerder en gids, doch niet bij stemming wordt hij die eer deelachtig, maar door te vechten tegen andere mannetjes, zijne mededingers.

De kleur van dezen Aap is tamelijk bont; de volwassen mannetjes zijn ongeveer 1.5 M. lang; de staart is een weinig langer dan de kop met den romp te zamen genomen. De wijfjes zijn kleiner. De levenswijze van deze op boomen gezellig levende dieren is nog slechts zeer onvolledig bekend.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek