Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 oktober 2025


Maar de sterk geblevene en nog sterker gewordene Magyaren boden hun een even degelijken als machtigen tegenstand. De Turksche Petschenegen en Kumanen kwam slechts bij afzonderlijke troepen in Hongarije, en ook dezen slechts als trawanten en onderdanen der Hongaarsche koningen, en verdwenen weldra in de massa van het Hongaarsche volk, waarmede zij zich vermengden.

In zedelijken zin schijnt de ommekeer van het Magyaarsche volk niet zoo volledig geweest te zijn. In dit opzicht komen de oude berichten wat meer overeen met hetgeen wij later, en ten deele zelfs heden, nog zien. Ruwheid, barschheid en een wilde, moeielijk te temmen zin, heeft men den Magyaren van oudsher verweten.

Men heeft hun eindelijk den naam van Magyaren gegeven, en zij beschouwen zich zelven ook als zoodanig. Sedert de groote gebeurtenissen, die omstreeks de helft dezer eeuw in Zevenbergen plaats grepen, hebben ook de Walachen hun aandeel aan het grondbezit ontvangen.

Want de Zeelanders hadden vele verderfelijke zeden en gewoonten overgenomen van de booze Magyaren, Fryas volk ten spot. Vervolgens ging elk voor zich zelven rooven, maar als het te pas kwam, dan stonden zij malkander getrouwelijk bij. Doch ten laatste begonnen de Zeelanders gebrek te krijgen aan goede schepen.

Even zoo ook, dat de Szekler zich in type en gewoonten als echte Magyaren voordoen. Zij spreken eene geheel onvermengde Hongaarsche taal, en hebben ook de oude Magyaarsche gebruiken en staatsregeling bijzonder zuiver bewaard. Buiten hunne "Püsten" en Karpathen, vindt men de Hongaren nergens anders in Europa verstrooid of woonachtig.

In die streken waren de woonplaatsen der "Spalen", "Skamaren", "Sabiren" en na hen die der meer beroemde Avaren, Bulgaren, Chasaren en Magyaren, die men allen in hoofdzaak voor volken van Finschen oorsprong houdt.

Als de beide neven het aldus niet eens konden worden, ging Teunis heen en stak een roode banier in het strand, en Inka eene blaauwe. Daarna mocht ieder kiezen, wien hij volgen wilde, en o wonder, tot Inka die er een afkeer van had, om de koningen van Findas volk te dienen, liepen de meeste Finnen en Magyaren over.

Van de Avaren, van de oude Hunnen, van de nog oudere Jazijgen waren, bij de afdaling in het binnenste der Hongaarsche püsten, altijd eenige overblijfselen overgebleven, die, onder al de omwentelingen en de verwisselingen van heerschers in het land, een nomadische kern der bevolking bewaard hadden. De Magyaren namen dezen, hun het meest passenden, Aziatischen zuurdeesem aan.

Die bekwame mijnwerkers verbroederden zich gemakkelijk met de bewoners des lands, namen de taal en de zeden der Magyaren aan, en losten zich geheel in de massa der bevolking op. Slechts eene enkele gewoonte is in stand gebleven als eene herinnering aan den duitschen oorsprong: bij bruiloftsmaaltijden, zijn het de genoodigden, die voor den wijn zorgen.

De Golen wisten niet, wien zij gevangen hadden, en zoo werd hij naderhand uitgewisseld voor een aanzienlijken Gole, dien Askars volk had medegevoerd. Terwijl dit alles gebeurde, liepen de Magyaren nog stoutmoediger over de landen onzer naburen heen. Bij Egmuda, waar te voren de burgt Forana gestaan had, lieten zij eene kerk bouwen nog grooter en rijker als Askar te Staveren gedaan had.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek