Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


Ondertusschen was in de verte de dichte regen loodrecht blijven vallen; maar na een kwartier ongeveer begon de wind er van onderen tusschen te spelen en de stralen van den regen zwaaiden heen en weer, eerst lang, vervolgens hooger op, naarmate de wind klom, tot eindelijk de gansche watermassa een schuinsche richting kreeg, ik reken zoo van een hoek van dertig graden met den horizon.

Op dit uur ligt, tusschen de keerkringen, alles in diepe rust gedompeld: de wilde in zijne hut, de antilope in het bosch, de tijger in de jungle. Allen zoeken de schaduw en ontvlieden de loodrecht neerschietende stralen van de brandende zon. De kaimans alleen worden door de gloeiende hitte niet afgeschrikt, en juist om dezen tijd kan men hen langs den oever zien voortloopen.

De stad begint aan den zoom der rivier en reikt tot aan de hellingen van de rots, die zich eensklaps loodrecht verheft.

Eenige dagen lang voerden steiler hellingen, eenige zelfs verschrikkelijk loodrecht, ons diep in het massieve binnenste der aarde; op enkele dagen kwamen wij anderhalve

Wij zien naast den burcht Ahre de beide tunnels, één voor voetgangers, de tweede en nieuwste voor den spoorweg, dan eenige der beroemde bazalt- en leisteenrotsen, vooral een met loodrecht neerdalenden rotswand aan de Engelsley. Die zullen wij ook van naderbij bekijken en het zal ons niet spijten, er de moeite voor te hebben gedaan.

Wij dalen vlug door het woud; de laatste boomen buigen hun takken naar de rivier, waarin hun wortels zich baden. Men ziet niet anders dan dit eerste gordijn, niets dan lianen, die zich om elkander heen strengelen, en de rijzige stammen, die loodrecht oprijzen.

Had dus de zon toen evenals thans eenen overwegenden invloed op de warmte der aarde, dan zouden reeds toen klimaten bestaan hebben: de zonnestralen, loodrecht vallende op de keerkringslanden, zouden daar eene veel hoogere temperatuur hebben doen ontstaan dan aan de poolstreken, waar zij veel schuiner vallen. Doch de plantengroei der steenkoolperiode wijst juist op het tegendeel.

De hoofden van alle drie kunnen tusschen de beenen gebracht worden. Als ze op de handen staan, bengelen de lichamen er als proppen boven. Ze kunnen alle drie op den grond zitten, met de beenen loodrecht op zij gespreid. Ze kunnen alle drie op een been staan en het andere langs het hoofd strekken. Zij kunnen alle drie op de borst liggend de hielen tegen de achterhoofden brengen.

De eieren liggen 2 M. diep onder den top en staan altijd loodrecht, met het dikke einde naar boven; zij zijn tamelijk verschillend van grootte, maar ongeveer gelijk van vorm. "Het is ongeveer zoo groot als een kleine kip en vertoont slechts donker olijfkleurige en bruine tinten. Zijn voedsel is van gemengden aard, daar het uit afgevallen vruchten, Aardwormen, Slakken en Duizendpooten bestaat.

Hij wilde roepen, maar zijn blik gleed af en hij staarde in de oogen van den basiliscus. "Nu moet ook ik sterven," dacht hij, want een vlam sloeg om zijn hart. Met de handen greep hij naar de plek zijner pijn, en de basiliscus bleef hem aanzien, den grooten hagedissenkop vooruit, en de scherpe stekels op zijn lichaam stonden loodrecht opgericht.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek