United States or Mauritius ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wat zijn ze ruw en plomp, al die »barones" en »milites"; met een robust geweten en een vrolik gemoed slaan ze hun medemensen dood, hebzuchtig als de gieren strijken ze op goederen en vee neer en als dolle stieren op de vrouwen. Even uiterlik als hun verhouding is tot wet en recht, zo is die tot het Kristendom.

Voor de Romeinse patriciërs zo wel als voor de Frankiese baronnen had het de moeilike deugden van de ootmoed en de zelfverlochening, gepreekt en even onbekend voor Romein als voor Germaan was het bewustzijn van de zonde dat het Kristendom tracht te wekken en dat het aan het gehele menselike leven te gronde wil leggen.

De twee grote beschavingsfaktoren: het Kristendom en het leenstelsel hadden daar ginds veel minder revolutionaire invloed dan meer in het Noorden, en de Romeinse kultuur van vroeger tijden bleef schrap staan tegen de nieuwe levensvormen en hield vol energie stand. En hier moest het Kristendom menig kompromis aangaan met de oude Romeinse kultuur.

Literair werkt die richting door vertalingen in de volkstaal en door veel van de meest gevoelvolle poëzie van 't Kristendom in de gedichten te geven, episoden uit de bijbel, van de oude poëtiese verhalen uit het evangelie en van de overal welig opschietende Grieks-Latijnse legenden.

In al dergelijke kristelike poëzie hoort men tonen die in de muziek der ridderromantiek terug te vinden zijn. Dat zijn de vrouwelike zijden van de menschelike natuur, waarvan het Kristendom zich midden in de ruwe mannen-wereld tot verdediger opwerpt.

En korter en korter worden in de schoonste riddergedichten de beschrijvingen van de strijd, meer en meer idealiseert de ridderromantiek zich tot hetzelfde schone, gevoelvolle humanisme waar het kristendom zich in de Gotiese beeldende kunst en de Marialegenden der 13de eeuw in omzet.

Ook voor deze zijde van het Kristendom stond er een hele kristelike dichtkunst ter beschikking, die op de fantasie en het gevoel van de lekenwereld werken kon en een grote massa sombere en droeve legenden, uit het Latijn en Grieks vertaald, vlogen in de 11de eeuw de wereld door en sloegen in het menselik gemoed neer.

Gregorius die evenals Oedipus in de oudheid zonder het te weten met zijn moeder trouwt en die na het hevigste berouw het tot Paus brengt; van kuise schone jonkvrouwen die in hun onschuld en vroomheid de wapenen vinden om de draken des duivels te overwinnen, van het jonge meisje dat haar bloed geeft om de zieke koningszoon te genezen, over de zelfvernedering van berouwhebbende zondaressen; van de heidense prins Joasaph die, van alle nood en ellende in de wereld afgesloten, in een kasteel opgroeit, vol van alle heerlikheden, maar die toch door het een of ander toeval een begrip krijgt van wat ziekte, armoede en dood betekent en die daardoor zo in zijn binnenste geschokt wordt dat hij vlucht en bij een kluizenaar, Barlaam terecht komt die hem tot het Kristendom bekeert.

Zekere kanten en vormen van het Kristendom waren altijd verenigbaar geweest met de levensopvatting der baronnen.

Maar tegelijkertijd een kind, die roman, van die zekere tijd van barbaarse en chaotiese vernieuwing en kultuurmenging, waarin het kristendom zijn laatste wereldvernieuwende vorm zou krijgen, en zo, doordrongen van kinderlike lust naar avonturen en een ruwe barbaarsheid, maar ook met de dageraad van een nieuwe levensopvatting in zich en een geheel nieuw stel gevoelstonen.