Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 mei 2025
Men kookt het gedurende 2 1/2 uur en, bij gebrek aan appelen, giet men een scheutje azijn bij de groenten. Savoyekool. Als de kool van de buitenste bladeren is ontdaan, snijdt men de krop door midden en, als de stronken er uitgenomen zijn, in stukken, die men wascht en dan in water met zout, ruim en schielijk laat koken.
Vervolgens giet men er, onder gestadig roeren, zooveel bouillon bij, als voor de vereischte dikte noodig is, benevens zout, notemuskaat of foelie, en als het kookt, nog evenveel boter. Men bindt de saus eindelijk met 2 eijerdoijers. Mieriksaus. De mierikswortelen worden geraspt.
Nadat de wortelen goed geschrapt zijn, neemt men de pit er uit, en snijdt het overige in zeer fijne reepjes, die men in water kookt, tot zij zeer zacht zijn, en dan op een doek laat uitdruipen.
Men snijdt eene leng in 3 of 4 stukken en zet die een nacht vóór dat men ze wil gebruiken in koud water; schrabt er de zwarte schubbetjes af en strooit op ieder stuk wat zout, rolt het stijf op en bindt het vast, waarna men ze 3 uren zachtjes kookt. Men presenteert er rijst, aardappelen en schijven gebakken uije bij, benevens boter- of mosterdsaus.
Daar en boven kookt onzuiver water zeer ligt op en over, hetgeen ook, voor deze soort van werktuigen, in het bijzonder nadeelige gevolgen kan hebben; en schoon men zuiver water voor de voeding dezer ketels bezigt, moet op die waterspuwing of zoogenaamde pruiming, niet te min de bijzondere aandacht van den bestuurder gevestigd blijven, omdat zulks niettegenstaande vele voorzorgen dikwijls gebeurt.
Men kookt 500 gram rijst volgens R. 332 die men flink laat uitdijen. Dan handelt men verder als in R. 552 voor gierstekoek is voorgeschreven. Rijstekoekjes. Men maakt beslag van bloem, een paar eieren, suiker en melk, roert er het geraspte geel door van een citroenschil en daarna versch gekookte rijst, zoodat men een beslag krijgt dikker dan voor pannekoeken.
Men kookt den pudding 2 1/2 uur en geeft er schuimsaus bij. Beschuitpudding. 3 1/2 ons beschuiten worden met boter gesmeerd en aan lagen in den vorm gelegd, met het volgende er tusschen: krenten, rozijnen, en gestooten amandelen, van elk 1 o., 1 1/2 l.; de bovenste laag moet beschuit wezen.
Men kookt 5 o. vruchten in 7 1/2 o. geklaarde suiker, zoolang tot zij stuk gekookt en tot een dik moes zijn geworden. Ook maakt men wel marmelade zonder de vruchten te koken; zij worden dan, au bain marie, laauw warm gemaakt, zeer fijn geroerd en door eene zeef gewreven.
Daar er onder de mosselen dikwijls vergiftige zijn, kookt men er gewoonlijk slechts weinig te gelijk, en men legt er een zilver lepeltje bij, dat zwart wordt, indien zich eene slechte mossel bij het kooksel bevindt, dat dan geheel moet worden weggeworpen. Algemeene regelen.
R. 50. Abrikozensoep I. Men kookt parelgort zeer ruim gedurende 2
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek