Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 mei 2025
Bij harde vorst kan men geene pieterselie in het leven houden, en om dus altijd voor sausen te zijn voorzien, maakt men van de hierboven beschreven geklaarde boter, zooveel men wil aan de kook en roert er gehakte pieterselie door om ze zoo te bewaren. Om olie te zuiveren.
Voor 4 koeken, geheel volgens No. 16 beslagen en gebakken, neemt men 2 1/2 o. geklaarde boter, 2 1/2 ons gezifte suiker, 2 1/2 o. bloem, 6 1/2 l. gestooten amandelen, de geraspte schil van 1 citroen, en 10 eijeren. Voor het moes, dat men er tusschen spreidt, goede zure appelen, het sap van 1 citroen, 1 kopje arak, suiker naar den smaak, een stukje boter en 3 eijerdoijers.
De suiker smelt men in wijnazijn, klaart die en giet het sap er bij. Dan kookt men alles te zamen, onder zorgvuldig schuimen, zoolang, tot een droppel, dien men op een koud bord laat vallen, tot gelei wordt. Pruimen in blikken bussen. 4 p. rijpe, geheel onbeschadigde kwetsen, veegt men af en legt ze luchtig in blikken bussen, terwijl men er 3 p., 5 o. geklaarde suiker kokend opgiet.
Men kookt 5 o. vruchten in 7 1/2 o. geklaarde suiker, zoolang tot zij stuk gekookt en tot een dik moes zijn geworden. Ook maakt men wel marmelade zonder de vruchten te koken; zij worden dan, au bain marie, laauw warm gemaakt, zeer fijn geroerd en door eene zeef gewreven.
Men bestrijke het met geklaarde boter, doet dan het noodige beslag er in en bakt de wafel aan beide zijden bruin. Men bestrooit de wafel gewoonlijk met poedersuiker en kaneelpoeder. Weenertaart. Roer 200 gram boter tot room, voeg er aan toe 200 gram suiker, de dooiers van 8 eieren, 50 gram zoete amandelen en het geraspte geel van een citroenschil.
De koeken worden bij zachte warmte gebakken, b. v. bij den graad die een bakkersoven heeft, nadat het brood er uit is genomen; zij worden warm doorgesneden, en als zij koud zijn, breekt men de stukken van elkander. Men kookt de geklaarde suiker, tot zij zich tot een draad laat trekken, en bestrijkt de koeken daarmede.
Dan worden zij, met hun gewigt aan geklaarde suiker, op een zacht vuur, onder gestadig roeren, gekookt, tot er volstrekt geene waterachtige deelen meer in de marmelade zijn. Als zij koud is geworden, doet men ze in de flesschen, met bijvoeging van eenige stukjes ingemaakte gember en, bij gebrek daaraan, kan men een paar lepels wijnazijn door de massa roeren.
Men legt de vruchten, die niet geheel rijp moeten zijn, in de met soda goed schoongemaakte bussen, tot zij tot op drievierde van de hoogte gevuld zijn, en bedekt ze vervolgens met geklaarde suiker. Daarop laat men de bussen digtsolderen, zet ze in kokend water, neemt, na verloop van een kwartier, den pot af, laat ze daarin koud worden en bewaart ze op eene luchtige plaats. Tomaten.
Op ongeveer 5 o. vruchten neemt men een stuk gember van een halven vinger lang, dat men in kleinere stukjes verdeelt, en met de vruchten in de geklaarde suiker en later in de flesschen legt. In een klein huishouden zal men wèl doen door voor de vruchtensappen halve flesschen, of des noods groote apothekersflesschen te gebruiken, daar een flesch, die eenmaal aangebroken is, niet lang goed blijft.
Marseillaansche taart. 5 o. bloem, 2 o. suiker, 6 eijeren, en van 2 het wit, benevens 2 lepels boter, wordt te zamen tot een goed deeg verwerkt; dan dik uitgerold, in dobbelsteentjes gesneden en in geklaarde boter licht bruin gebakken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek