Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bullock schrijft: "Het is zeer wel mogelijk, dat alle Kolibries Insecten eten; dat vele het doen, weet ik zeker.

Ik heb haar dikwijls gehoord; tevens zag ik, dat de boven mij, in de schaduw zittende Vogel telkens voor eenige oogenblikken zijn fijne, gespleten tong 3 cM. ver buiten den bek stak na het uiten van zijn zwakken loktoon." De meeste overige waarnemers maken alleen melding van heesche en schrille geluiden. De zintuigen van de Kolibries schijnen tamelijk gelijkmatig en hoog ontwikkeld te zijn.

Een bloeiende boom lokt zeer verschillende soorten aan; onder zulk een boom staande, kan men in den loop van één uur de meeste soorten, die de landstreek bewonen, zien komen en gaan. Eenige reizigers hebben van zwermen van Kolibries gesproken, andere beweren, dat deze Vogels niet anders dan één voor één verschijnen.

De tastzin is ongetwijfeld hoog ontwikkeld; het zou hun anders onmogelijk zijn, het hoofddeel van hun voedsel diep uit de bloemen te halen. De goed gevormde, bolle schedel geeft recht tot het vermoeden, dat ook de geestvermogens van de Kolibries op een tamelijk hoogen ontwikkelingstrap staan.

"Met uitzondering van de Kolibries," zegt Nitsch, "heeft waarschijnlijk geen enkele vogelfamilie zulk een buitengewoon lange hand en zulk een buitengewoon korten bovenarm.

Natuurlijk bezoeken zij ook wel deze wouden, althans gedurende den tijd, waarin hunne verwonderlijk prachtige bloemen geopend zijn. De vormenrijkdom der Kolibries in een gewest hangt echter niet af van het aantal bloemen, maar van haar veelsoortigheid.

Hoe ongastvrij dit klimaat ook zij voor ons gevoel, er is overvloed van altijd groenende boomen, die welig bloeien. Op 55° Z.B. kan men kolibries aan de bloemen zien zuigen, en eten papegaaien de zaden van den Drymis Winteri. Dezen, nu, behooren tot de best kenmerkende tropische vormen.

De Kolibries behooren uitsluitend in Amerika thuis en zijn meer dan de meeste overige Vogels voor dit werelddeel karakteristiek. Zij worden hier gevonden, zoover de grond geschikt is om bloemen voort te brengen, van het Sitka-eiland op de kust van Alaska (57° N.B.) tot Kaap Hoorn. De Kolibrie van het oosten van Noord-Amerika werd ook in Labrador waargenomen; een soort van het westen verschijnt geregeld aan de Columbia-rivier en dringt tot aan de Fraser-rivier en de Juan-de-Fuca-straat (op ruim 48° N.B.) door. Ook heeft men deze schijnbaar zoo zwakkelijke Vogels op Vuurland gevonden. En niet slechts op alle breedten komen zij voor, zij bestijgen ook de reusachtige bergen van den Andes-keten en vestigen zich zelfs nog in de onmiddellijke nabijheid van de sneeuwgrens, op een hoogte van 4000

Hij vindt Kolibries in het heete laagland, zoowel als op de ijskoude hoogten; hij ontmoet ze in de tooverachtig schoone gewesten, waar het water zijn levenwekkende kracht toont en den weelderigen plantengroei der tropen tot volledige ontwikkeling bracht, zoowel als in de dorre, door de zon verbrande vlakten, die alleen aan cactussen voedsel verschaffen, ook nog zelfs op de hooge, steenachtige hellingen der vulkanen.

De Kolibries hebben door hun schoonheid en sierlijke bewegingen de genegenheid van alle Amerikanen gewonnen; alleen ten behoeve van naturaliën-verzamelaars wordt soms jacht op hen gemaakt. Fijne vogelhagel is hiervoor volkomen geschikt, wanneer de lading niet te groot is en men op een behoorlijken afstand schiet.