United States or Mozambique ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Kolibries behooren uitsluitend in Amerika thuis en zijn meer dan de meeste overige Vogels voor dit werelddeel karakteristiek. Zij worden hier gevonden, zoover de grond geschikt is om bloemen voort te brengen, van het Sitka-eiland op de kust van Alaska (57° N.B.) tot Kaap Hoorn. De Kolibrie van het oosten van Noord-Amerika werd ook in Labrador waargenomen; een soort van het westen verschijnt geregeld aan de Columbia-rivier en dringt tot aan de Fraser-rivier en de Juan-de-Fuca-straat (op ruim 48° N.B.) door. Ook heeft men deze schijnbaar zoo zwakkelijke Vogels op Vuurland gevonden. En niet slechts op alle breedten komen zij voor, zij bestijgen ook de reusachtige bergen van den Andes-keten en vestigen zich zelfs nog in de onmiddellijke nabijheid van de sneeuwgrens, op een hoogte van 4000

De vlag van de stuurpennen is bij sommige soorten over haar geheele lengte tamelijk gelijkmatig van breedte, bij andere aan het topgedeelte van de schaft tot een nauwelijks merkbaren zoom versmalt, aan de spits echter weer tot een rondachtige schijf verbreed; in dit geval noemt men den staart "raket" of "roeispaanvormig", zooals bij den Gelaarsden Kolibrie.

Dikwijls heb ik menschen, die opgezette Kolibries bekeken, vol verrukking hooren zeggen: "Wat zullen deze vogeltjes er bekoorlijk uitzien, als zij vliegen." En toch is dit niet het geval. Op een afstand van 20 M. ziet men van de kleuren van een Kolibrie niets, tenzij men zich op de allergunstigste plaats bevindt. Anders is het met den Quesal gesteld.

Zoolang de Kolibrie op dezelfde plaats blijft, hoort men geen gedruisch; de beweging van de vleugels veroorzaakt echter een eigenaardigen scherpen, gonzenden toon, zoodra de Vogel zich snel verplaatst. Wegens dit geluid wordt soms aan de geheele familie den naam van "Gonsvogels" gegeven.

Geen andere Vogel vliegt zooals hij; daarom kan hij met geen anderen Vogel vergeleken worden. "Hoe verwonderlijk", zegt Gould, "moet het mechanisme zijn, waardoor de trillende beweging van den Kolibrie voortgebracht en zoo lang in stand gehouden wordt!

De gieren stelden in het oude Peru den dagelijkschen loop van de zon voor en misschien vervulde de adelaar deze functie in den Mexicaanschen godsdienst. Niet altijd echter zijn het vogels met hooge vlucht, welke de zon typifieeren. Zoo schijnt in Mexico en Midden-Amerika de quetzal-vogel hiervoor gediend te hebben en in dezelfde landen werd de kolibrie soms met de zon verbonden.

Uit den zeer verschillenden vorm van den snavel kan men reeds afleiden, dat bepaalde soorten steeds dezelfde bloemen doorzoeken en ongeschikt zijn om van andere partij te trekken. Enkele soorten zijn minder kieschkeurig. Zoo ontleent, volgens Wilson, de Noord-Amerikaansche Kolibrie zijn voedsel aan de helft van de flora van zijn vaderland.

Wat wij van den aard en de bekwaamheden der Kolibries weten, geeft ons recht om te twijfelen aan de waarheid van het verhaal, dat de Groote Vogelspin ze even dikwijls vangt als de Kruisspin de Vliegen. Het kan zijn, dat een kleine Kolibrie door het stevige web van een groote soort van Spin vastgehouden en in dit geval door de vervaardigster van dit web aangevreten wordt.

De Kolibrie bewoont in den zomer bij voorkeur de oostelijke Vereenigde Staten van Noord-Amerika, van den 57en graad N.B. tot aan het allerzuidelijkste deel; hier strekt zijn broedgebied zich uit van de kust van den Atlantischen tot aan die van den Stillen Oceaan. In het najaar verhuizen deze vogeltjes in kleine gezelschappen van 20

Nog uitvoeriger en duidelijker beschrijft Newton het komen en gaan van de Kolibries. "Het schouwspel," zegt hij, "is zoo ongewoon, dat iemand, die de overzijde van den Atlantischen Oceaan niet kent, zich er geen duidelijke voorstelling van kan vormen. De beweging van den Kolibrie is een veel merkwaardiger verschijnsel.