Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juli 2025


In het tweede gedeelte der Woutergeschiedenis krijgt Wouter een lotgenoot: tegenover Wouter, die aan kleinburgerlijke bekrompenheid tracht te ontkomen, verschijnt Prinses Erica, die zich tegen vorstelijke geesteloosheid en vormelijkheid verzet. Wouter ziet in Erica de ware verschijning zijner Fancy, door wie de liefelijke Femke wordt verdrongen.

Het is duidelijk: Rousseau leeft wel in den waan van zijn kweekeling gereed te maken voor "alle wereldsche landen waarheen het lot hem voert," maar inderdaad maakt hij hem gereed voor een maatschappij van kleinbedrijf en kleinburgerlijke verhoudingen van meesters en gezellen.

Conscience was van geringe afkomst en het lot heeft hem niet uit zijn nederigen kring geheven, vóór hij al lang gevormd was. Wel verkeerde hij eenige maanden na zijn optreden reeds af en toe in hoogere kringen, maar zijn maatschappelijke positie liet hem niet toe een meer dan uiterst nederig leven te leiden. Hij bleef bij uitstek de schilder van het kleinburgerlijke.

Een plan van openbare opvoeding om den gemeenschapszin der burgers te vormen, stelde Rousseau voor in zijn verhandeling over het regeerstelsel van Polen. Natuurlijk vermag hij niet, de zelfzuchtige neigingen die de inrichting der maatschappij opwekt, te niet te doen. Dit geldt voornameijk voor de kleinburgerlijke, niet voor de groot-kapitalistische maatschappij.

Maar hun socialistisch inzicht bewaarde er deze beide mannen voor, om het groote beginsel van de bevrijding der kinderlijke persoonlijkheid te vermengen met de individualistische anti-sociale strekkingen, waartoe de kleinburgerlijke utopist Rousseau noodlottig verviel.

Maar zoo hij het eigendom verheerlijkt, het is alleen en uitsluitend het kleinburgerlijke en klein-boersche, door eigen arbeid verworvene; elk op uitbuiting berustend eigendom verwierp hij als in de hoogste mate onzedelijk en ingaande tegen de gerechtigheid.

Maar om de taak der vrouw in de sfeer van het huiselijk leven voor te stellen als vol rijke bekoring, om te maken dat het nieuwe ideaal: de vrouw een zachte lamp in den kring der huisgenooten, propagandistische kracht bezat, aantrekkelijk was, moet hij dien huiselijken kring zoo ruim mogelijk maken, zijn heldin optillen boven de enge sfeer van kleinburgerlijke verhoudingen, om haar als meesteresse te doen tronen in de ruime verhoudingen van het patriarchaal grootbedrijf.

In dit opzicht zet hij de goede realistische traditie der Hollandsche kunst voort: de kleinburgerlijke milieus uit de Woutergeschiedenis zijn verwant met die van Breeroo, Wolff en Deken en Beets.

Hij wist wel, Jean Jacques, dat de grootburger een vijand was zijner kleinburgerlijke droomwereld, even goed als de landheer en de absolute vorst. En daarom haatte hij dien bourgeois, dien grooten burger gelijk hij de tyrannen haatte.

Maar al zijn onze harten en hoofden anders gericht, dan zijn hart en zijn hoofd waren, toch voelen wij de bekoring na van die stillekens-glanzende, zachtkens-deinende, sprookjes-achtig vredige sfeer die hij den menschen toonde wij voelen zijn verlangen natrillen in onze harten; omdat die sprookjessfeer de idealiseering was van een werkelijkheid waaraan ook wij ontstammen, die nog niet gansch is ondergegaan in ons vleesch en onze gedachten: de kleinburgerlijke.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek