United States or Poland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Te Winkel noemt deze dialekten in zijn Charakteristik, bl. 12, met uitzondering van het Veluwsch en Nederbetuwsch, Friesch-Frankisch. Het is zijn recht. Want inderdaad hebben zich Friesche invloeden hier doen gelden. Wij kunnen ze dus het best beschouwen als Frankische dialekten met Keltischen ondergrond en met een Friesch vernis.

De meening van Meitzen, dat deze afzonderlijke hoeven niet van Germaanschen, maar van Keltischen oorsprong zouden zijn, vindt niet voldoende steun in den woontrant der Gallische, Britsche en Iersche Kelten, terwijl zijne hypothese, die hiermee verband houdt, dat het Keltische halle-huis als het type van het Nederlandsche woonhuis moet worden beschouwd, beslist onwaar blijkt.

De groepen al en ol worden tot au en ou vóor d of t. Dus: ald en gold worden in zuiver Frankisch oud en goud of nauwverwante klanken. Lange î en û zijn meestal tweeklanken geworden, dus: mijn huis, tegenover Saksisch mien hoes. Dit verschijnsel is van Keltischen oorsprong, zie Te Winkel, Inleiding II. bl. 304 en N. van Wijk, Taal en Letteren XII, bl. 36 vlg.

Een hoeve-type, hoogstwaarschijnlijk van Keltischen oorsprong, het langgevel-type, vinden wij hoofdzakelijk in België, Zeeland, Brabant, Limburg, in de Betuwe, op de Veluwe en in de duinstreek. De brunetten zijn het sterkst vertegenwoordigd in Noord-Brabant, Limburg, zuidoostelijk Gelderland en Zeeland. Ook het emotioneele volkskarakter stemt hiermee overeen, met uitzondering van de Veluwe.

Osi, volksstam waarschijnlijk van Keltischen oorsprong in Germanië wonende, ten Oosten van Bohemen, en onderworpen aan Quaden en Sarmaten. Osiris, Osiris, aegyptisch zonnegod of god van den Nijl, broeder en echtgenoot van Isis, vader van Horus.

De Romeinen hadden omtrent de ware ligging van Britannia geene juiste voorstelling en meenden, dat de Oostkust vrij wel evenwijdig aan de belgisch-nederlandsche kust liep. De bevolking was van keltischen oorsprong en werd Bretones of Britanni genoemd, doch was op sommige punten door belgische nederzettingen naar het binnenland teruggedrongen.

Toch dienen enkele namen hier genoemd te worden, vóór alles die van Gaston Paris, den beroemden Keltoloog, die in de April-aflevering van de "Revue de Paris" voor het jaar 1894, een schitterend geschreven betoog hield voor den Keltischen oorsprong der Tristan-sage.

Zij droegen, de tien Ronde-Tafelridders even als Gawein, die, den Koning gelijk, verlangt naar Aventure en als Lancelot, die nooit naar iets anders dan naar Guenever verlangt mooie, sonore namen van Keltischen klank.

Ik zeg "vrij wel", want het ligt in den aard der zaak, dat de Vlamingen bij voorkeur zullen putten uit den rijkdom der Vlaamsche tongvallen, en dat hun spreken en schrijven de meerdere expansieve kracht en soepelheid zal vertoonen, die het zuidelijk volksgebied met zijn Keltischen grondslag eigen is.

Voor het Zeeuwsch vermoedt ook de Amsterdamsche hoogleeraar Keltischen inslag. Zou nu met dit uitgestrekt dialektgebied ook niet samenhangen het taaleigen van enkele streken om de Zuiderzee, en van enkele eilanden, waar men ook in lichaamstooi en kleederdracht overeenkomstige versierselen vindt?