United States or Bouvet Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als ze zich nu eens op niets dan teleurstelling voorbereidde.... misschien kwam 't dan dit keer juist andersom. Als Käthe's tijd bij den boer om was, zou ze haar bij zich nemen. Ze moest niet te gauw terug onder den druk van dat zieltogend land. Zie..., nu staat ze stil.... Kan 't niet laten even in 't boek te gluren, het leesgretig kind! En dáár is Juun!

Ze bukt zich, neemt z'n donkeren kop tusschen beide handen: "O Juun.... Juun..., wat kan er niet alles gebeuren terwijl jij weg bent!" Dien avond daar 't in de herfstdagen, zoodra de zon onderging, al kil werd in huis stak Elizabeth inplaats van de lamp, het petroleumkacheltje aan, waarin van onderen het vierkante venstertje rood gloeide.

Hier werd Elizabeth in het memoriseeren gestoord door den hond, die recht vóór haar ging zitten, eerst de eene, dan de andere voorpoot op haar knie duwde en haar daarbij aldoor smeekend aanzag, een dringende vraag in de oogen. Ja Juun, ook jouw gebaar heeft geen woorden noodig lachte zij. "Je akkertje òm, ? 't Is je tijd, beest! Kom dan maar!"

Maar dit wist ze nu, na de beschamende maanden: nijd...., nijd is een vuil, een zielsverzwammend gevoel, dat alle goedheid aanvreet en van je vriend een vijand maakt. Juun rook wild. Huiljuichend stortte hij zich in 't kreupelhout. Nu was ze hem vooreerst kwijt, totdat hij hijgend, achter adem, met trillende, ingevallen flanken thuis zou komen en voor haar voeten neervallen.

Het deksel deed ze er niet op, liet het vanboven open: dan valt het schijnsel zóó dat aan de donkere muren, de kamerdingen als opdoemen uit de duisternis. Ze voelt hen aan als liefdevolle wezens om haar eenzaamheid gezet. En nooit spreken deze doode dingen zoo innig en vertrouwd, als wanneer de avond gaat komen. Het is heel stil. Aan haar voeten ligt Juun, moe van de jacht.

Zoodra Liesbeth het boek neerlei, sprong de hond onstuimig tegen haar op, plofte met beide voorpooten tegen haar schouders en trachtte, uitzinnig van blijdschap, haar gezicht te likken. Koest Juun, koest! weerde ze streng.