Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juli 2025


Bij een stuk met een inhoud als Titus Andronicus moet de verleiding voor een jong dichter, om de personen in matelooze jammerklachten, in afgrijselijke wraakkreten te doen uitbarsten, zeer sterk geweest zijn, vooral in een tijd, dat zulk een taal door anderen gebezigd werd en blijkbaar in den smaak van het publiek viel. En toch, de jeugdige Shakespeare nam een zekere matiging in acht.

Hij meende in het Luxemburg eens eenige woorden van haar te hebben opgevangen; doch was daar niet volkomen zeker van. Hij had tien jaren van zijn leven gegeven, om haar te hooren en in zijn ziel een weinig dier muziek te kunnen medenemen. Maar alles ging in de erbarmelijke jammerklachten en het gezwets van Jondrette verloren. Dit mengde wezenlijken toorn onder de verrukking van Marius.

Onder smartkreten en jammerklachten baarde het gemarteld, bloedig gegeeselde Jodendom in de Ghetti der middeleeuwen zijn wijsgeeren en poëten, zijn taalgeleerden en lexicografen, zijn artsen, wiskundigen en astronomen, zijn Talmudisten en Casuïsten, zijn predikers en bijbelverklaarders."

Over den troep geesten daalde vrede neer, het gejammer hield op, en geleidelijk verdwenen zij weder in de zee, die daarna kalm werd. De legende verhaalt ons, dat visschers nog altijd van tijd tot tijd schimmenlegers uit zee zien oprijzen, die jammerklachten uiten en met hun armen zwaaien. Men zegt, dat de kreeften met gevlekten rug de schimmen zijn der Tairastrijders.

118 daar tusschen de graven vlammen verspreid waren, door welke zij van alle kanten zóó zeer in brand ontstoken gehouden werden, dat geen ijzer, meer verhit vuur vereischt. 121 Al hunne deksels waren opgelicht, en zoo harde jammerklachten kwamen er uit, dat zij bleken te zijn van wèl ellendigen en geschondenen.

"Zij zullen mij toch niet vergeten?" vraagt Henrik Dirkszoon, halfluid en eenigszins verwonderd zichzelven af, terwijl de vrouwen nevens hem zich uitputten in bittere jammerklachten over hetgeen zij aanschouwen. En, als had men, van het plein af, de gedane vraag verstaan, een twintigtal burgers stelt zich in beweging en komt op het Huis de Mol aangetreden.

Biagio en Passafiore, zijn neef, wagen het niet zich te vertoonen. Ze liggen verborgen in een grot, tot alles gereed is. Ze lachen luidkeels, want zooveel jammerklachten als Falco nu uit, hebben niet in de steengroeve weerklonken, sedert ongelukkige krijgsgevangenen daar aan den arbeid waren. Maar Biagio ziet op naar den grooten Etna, die gloeit in den zonsondergang.

Maar de neger achtte het uit een soort voorzichtigheidsgevoel toch minder raadzaam jammerklachten te laten vernemen. De tobbe, waarin hij boven de Kaspische zee gebengeld had, was hem nog niet uit het geheugen. En, zoo iets moest hem eens boven dien grooten oceaan overkomen! Het was om het te besterven!

Maar spoedig gaf hij het een dienaar over en zijn gelaat nam de gewone stroeve uitdrukking weer aan. Intusschen hadden de krijgsknechten de binnenplaats bezet. Bertha en hare dapperen stonden in het midden. Thans rukte Peer zich los en wierp zich kermend voor de hoeven van het paard zijns meesters. Verschrikkelijk klonken zijne jammerklachten.

"Op den vroolijken juichkreet volgden de doffe jammerklachten van verschillende soorten van Geitenmelkers, die, zittend op de dorre, boven den waterspiegel uitstekende twijgen van de boomen, die in de rivier gezakt waren, hunne steunende klaagtonen in den maneschijn lieten weerklinken.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek