United States or Portugal ? Vote for the TOP Country of the Week !


VIII p. 412-429: Voyage de quelques Hollandois dans la Corée, avec une relation du Pays et de leur naufrage dans l'Isle de Quelpaert. Historische Beschryving der reizen. 21 deelen. 's Gravenhage, by Pieter de Hondt. 1747-1767. 4o. Nederlandsche uitg. van de Hist. gén. des voyages. In dl.

Anzeigen ; Studies in the Arthurian Legend by JOHN. RHŶS. . Zie voorts de literatuur bij PETIT DE JULEVILLE a.w. Halle. Vgl. Vgl. TE WINKEL, p. 79-83 en J. STECHER, Hist. de la Litt. Néerl., p. 21 suivv. JONCKBLOET heeft het eerst de aandacht op deze bewijsplaatsen gevestigd. Vgl. o.a. zijne Gesch. der Ned. Lett., I, 140 vlgg.; 289 vlgg.

Zie het begin der Ophelderingen van de Geuzen, en verder WAGENAAR, Vad. Hist. XX 78 env.; HAVERKAMP, Leven van Prins Willem IV, 18, 45 env.

Gesch. des Vaderl. II. 130, waar het anders had behooren vermeld te zijn. Over de Bulle van Karel Byv. en Aanm. op Wagenaar, I. 107, en A. Kluit, Hist. der Holl. Staatsr. V. 52, die het vrij zeker stelt, dat voor den jare 1300 dat stuk bestond. Aantt. O. Fr. Wett. 109, 112. Zie over den dood van Willem, onze noot op bl. 387, Tegenw. Staat, I. 409 en 410.

Zie over dat alles, dat gewichtig is vooral voor onze kennis van de ontwikkeling der historiographie te onzent, de voortreffelijke inleiding van DE VRIES en VERWIJS voor hunne uitgave van den Sp. Hist. en TE WINKEL t.a.p. het Achtste Hoofdstuk. Vgl. Sp. Hist., III, p. 170, 204; TE WINKEL, Maerlant's Werken, p. 422-5; IIIe Part.

Uitvoerig en nauwkeurig is over VELTHEM'S kroniek gehandeld door Dr. TE WINKEL in zijne Geschiedenis der Ned. Lett., bl. 355-367. De bovengenoemde verhalen vindt men: Sp. Hist., V, 1, 28-30, en VI, 4. Over de H. Maagd VI, 32 en VIII, 34. Vgl. TE WINKEL a.w. bl. 170-171. Vgl. het slot van den proloog van Boek IV en het slot van dat Boek. Ik volg hier de uitgave en de inleiding van FRANCK. Vgl.

Dan het goed krijgsgeluk diende hen niet zoo gunstig als onze kronijk vermeld; de dooi viel in, het eiland werd door de Romeinen omsingeld, de Friezen ingesloten, vermoord of gevangen, en nog dieper onder 't juk gebragt. Daarna is er met hen een verbond gesloten. Schot. Fr. Hist. p. 30. F. Sjoerds, Jaarb. I. 225 volgg. Bl. 24. Omtrent den jaare 312, enz.

Over de goden- en geloofsleer der Druiden, hun priesterschap, beheer, en hun bestaan in het oude Friesche Rijk, vergelijke men de meergemelde Verhand. van Westendorp, over de Noordsche Mythologie, p. 319 volgg. en 331 volgg. v. Wijn, Huisz. Leven, I. 8, en Hist. Avondst.

Deutsche Lit., Jahrg. 1904, XIII. Bd. Hist., I, p. 34, vs. 21; Alexander, I, 1121; Moriaen, vs. 86, 3795; Tijdschr. v. N.T. en L., XVII, 297 vlgg.; Kar. e. Eleg., 100, 198; Merlijn, p. 72, vs. 6696; Lied in de Middeleeuwen, bl. 572; STOETT, Syntaxis, p. 121; BOTERMANS, Die hystorie van die seven wijse mannen van romen. Inl.

Hist. ook in het breede betoogd door den Hoogleeraar Ypeij, in het II. D. zijner Geschiedenis der Nederl. Taal, bl. 115 volgg. Over deze vergraving lezen wij in Bilderdyks Geschiedenis des Vaderlands, I. 24: »'t Was natuurlijk dat Drusus, geheel het zuidelijk Land zijner Landvoogdij jaarlijks overstroomd ziende, bedacht was om het Rijnwater af te leiden.