Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juli 2025
THESEUS. Thans komt, Hippolyta, ons huwlijksuur Met spoed nabij. Vier blijde dagen brengen Een nieuwe maan; maar o! wat talmt die oude Met af te nemen! Wat ik vurig wensch Vertraagt ze, dralend als een weduw doet, Die van haar stiefzoons renten 't leven rekt.
O, sneef, sneef, sneef, sneef, sneef!" DEMETRIUS. 't Is zonde, zonde, hij kwam juist op dreef. LYSANDER. Zou er geen hoop zijn, dat hij leven bleef? THESEUS. Mijn heelmeester moge hem verplegen; wat de kunst vermag, zal gedaan worden, want er zijn er geen twee zoo in heel Athene. HIPPOLYTA. Hoe komt het, dat Maneschijn is weggegaan, voor Thisbe terugkomt en haar minnaar vindt?
Verbeelding is in grillen overrijk; Zoodra zij iets gevoelt, dat haar verheugt, Staat haar voor 't oog een brenger van de vreugd; Terwijl, als 's nachts haar angst bekruipt in 't woud, Zij licht een ruigte voor een ondier houdt. HIPPOLYTA. Maar al wat zij vertellen van deez' nacht, En hun gezindheid, zoo gelijk veranderd, Moet meer zijn dan een spel der phantasie.
Niets minder was er noodig om een werk te scheppen als de Midzomernachtdroom, waarin alle deelen zoo bewonderenswaardig in elkander grijpen, de figuren uit den heldentijd, Theseus en Hippolyta, niet overheroïsch zijn, de Oud-Germaansche elfenwereld met nieuw leven is bezield, maar, bij alle dolle dartelheid, niet zoo in de handelingen der menschen ingrijpt, of deze gedragen zich allen overeenkomstig hun eigen natuur.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek