Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
Wederom bestijgen wij eene hoogte, van waar wij een prachtig uitzicht hebben, aan de eene zijde op de keten der Andes, aan de andere op de golvende, met bosschen bedekte, door een heuvelreeks doorsneden vlakte. Eindelijk komen wij aan de boerderij van Yavia, waar wij niemand aantreffen dan eene zieke vrouw en een bediende.
Op een mijl afstands van het oude Rome in eene smalle vallei, aan de eene zijde begrensd door de westelijke hellingen van den Janiculus, aan de andere door eene lage heuvelreeks, ontsprong weleer eene kristalheldere bron, waar de herders hunne kudden heenleidden om te drinken, en wier wateren zich welhaast verloren in de ruischende rietbosschen langs haar zoom.
Het vlakke moerasland, waarop Pernambuco ligt, is op enkele mijlen afstands omringd door een halven cirkel van lage heuvels, of liever door den rand van een gebied, dat ongeveer 200 voet boven de zee ligt. De oude stad Olinda ligt aan het eene einde dezer heuvelreeks.
"Den 28en December had ik het genoegen voor de eerste maal Trekbokken te zien. Dit was, voorzoover ik mij herinneren kan, het prachtigste en verhevenste schouwspel, dat jachtdieren mij ooit hebben verschaft. Sedert ongeveer 2 uren voor het aanbreken van den dag had ik wakker gelegen in mijn wagen en het knorren der Bokken gehoord, die zich op een afstand van ongeveer 200 schreden bevonden. Hoewel ik hieruit kon afleiden, dat er een groote kudde naast onze legerplaats graasde, was ik toch ten hoogste verbaasd over het tooneel dat ik aanschouwde, toen het licht geworden was en ik opstond: een ontzaglijk groote menigte Springbokken bedekte in den letterlijken zin van 't woord de geheele vlakte. Deze dieren trokken langzaam heen en weer. Van een opening in de lange heuvelreeks, die zich westwaarts uitstrekte, en waardoor een stroom van dieren als het water van een groote rivier naar binnen vloeide, strekte het gewemel zich uit tot aan een verhevenheid, ongeveer een mijl ver noordoostwaarts van ons gelegen, waarachter het verdween. Ik stond bijna 2 uren lang op het voorste gedeelte van mijn wagen, sprakeloos van verbazing over dit wonderbaarlijk schouwspel. De kudde Springbokken, die ik 's morgens zag, hoe ontzaglijk en verrassend groot zij ook was, werd nog verre overtroffen door die, welke ik 's avonds te zien kreeg. Want, toen wij de lage heuvelketen overtrokken, door welker opening de Springbokken binnengedrongen waren, zag ik de vlakte en zelfs de heuvelhellingen, die haar aan alle zijden omgeven, dicht bedekt, niet met kudden, maar met een aaneengesloten massa van Springbokken. Zoo ver het oog reikte, wemelde het landschap van deze dieren, totdat zij eindelijk aan den gezichteinder tot een onduidelijk mengelmoes van levende wezens ineenvloeiden." Ook Le Vaillant spreekt van zwermen van 10.000
Ik kwam er aan op een helderen Decembermorgen, met de uitstekend ingerichte amerikaansche stoomboot, de Mexico, die het anker wierp in een baai van omstreeks drie mijlen in omtrek, waarvan de ééne, drassige, oever een diepen inham vormt, tot waar een lage heuvelreeks oprijst, terwijl de andere, waarop de stad Havanna is gelegen, in de baai vooruitsteekt als een sierlijk afgeronde kaap.
Des avonds omstreeks vijf uren komen wij te Ticul, waar, door de goede zorgen van onzen vriend Don Antonio Fajardo, voor ons een huis in gereedheid is gebracht, dat wij aanstonds betrekken. Ticul mag in waarheid eene stad worden genoemd; welvarend en mooi, goed gelegen, niet ver van de heuvelreeks, die van het noordwesten naar het zuidoosten het schiereiland doorsnijdt.
Zij vlogen voort, de grillig beschaduwde duinvlakte gleed onder hun blikken weg en breeder en breeder werd de lichtstreep. De groene kleur der duinen week, vaal zag het helm en vreemde, bleekblauwe planten groeiden er tusschen. Nog een hooge heuvelreeks, een lang gestrekte, smalle zandstrook en dan de wijde, ontzaglijke zee.
Van deze punt verheft zich de lage, met een weelderigen plantengroei bedekten bodem, langzamerhand van heuvelreeks tot heuvelreeks opklimmende, tot de breede ruggen van een fiere bergketen, wier toppen eene hoogte van ongeveer twee duizend voet bereiken.
Voor ons strekt zich eene heuvelketen uit, wier omtrekken zich helder blauw afteekenen tegen het donkergroen van den oever: zij gelijken wel wallen met bosschen bedekt. Wij zijn niet ver van de heuvelreeks verwijderd, want wij kunnen duidelijk de begroeide plekken onderscheiden.
De heuvelreeks met hare eentonige hellingen splitst zich hier, en vormt twee witte of goudgele rotswanden, bezaaid met zwartachtige mossen. De blik klimt langs de grillig gevormde wanden omhoog en ziet op naar den hemel, die zich als een blauw lint boven den langen, smallen pas uitspant; beneden is men in de vochtige schaduw als verloren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek