Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 mei 2025
Dus wierd de vereeniging door de Gelderschen verbrooken, en des Keizers volk moest, als voorheen, zich alleen in Leeuwarden, Franeker en Harlingen verhouden. Groote Pier deed ondertusschen de Keizerschen op de Zuiderzee veel afbreuk, neemende gestadig aan weg alles wat hem voorquam.
II. 420-423; Schot. fol. 621. Na lange en rustelooze woelingen, het aanstoken van partijschappen, het voeden van den burgerkrijg, en het vergieten van stroomen bloeds, genoot nu Friesland, bewesten de Lauwers, met uitzondering van nog eenen inval der Gelderschen, eene rust van bijna eene halve eeuw; terwijl de voortdurende onlusten te Groningen veel onheils bleven stichten, en de geest van muiterij de overhand behield.
Die lange dagen, die eigenlijk geen avonden hebben, herinnerden ons er alleen aan, dat wij ons in het hooge Noorden bevonden. Wanneer wij ons van het meer Siljan afwendden en ons oog op de overige omgeving lieten rusten, natuurlijk zonder de bont gekleede bevolking, konden wij ons verbeelden in den Gelderschen Achterhoek te zijn.
Zelfs waagden de Gelderschen het in 1516 de stad Leeuwarden met eene groote magt aan te vallen en haar acht weken lang belegerd te houden. Zij braken echter eerlang op, toen Prins KAREL een aanzienlijk leger van 4000 knechten en 300 ruiters uit Holland herwaarts zond, dat te Harlingen landde en Leeuwarden, den zetel van zijn gezag, ontzette.
Doch Groote Pier, met die de Gelderschen aanhingen, zich hier noch niet toe verstaande, bleven even standvastig tegen de Bourgoenschen, en begeerden Pier voor een Beschermheer der vryheid geacht te wezen; dat hy voorheen ook zoude gedaan hebben, byaldien het zommigen niet verbrod hadden.
Na hem succedeerde Graaf Enno daar op, in zyns vaders plaats. In den jaare 1530 heeft Keizer Karel aan zynen Stadhouder Schenk last gegeeven, om Dokkum en Slooten, welke Steden hy, na 't vertrek der Gelderschen, hadden doen vast maaken, de wallen wederom te slegten.
In de omstandigheid dat de Vlamingen, Brabanders en Limburgers in Zuid-Nederland, sedert de scheiding tusschen noord en zuid, die in de 16de eeu plaats greep, in vele gevallen eene andere spelling volgden voor ons aller gemeenschappelike taal, dan de Hollanders en Zeeuen, de Gelderschen en Friesen in de noordelike gewesten aannamen, vindt men voor een gedeelte de oorzaak van dat onderscheid.
Na dat Hertog Georg in voorige jaaren veel moeite met de Groningers en Graave van Oostfriesland hadde gehad, en de Graave met de Groningers hunne gerechtigheid aan Karel, Hertog van Gelderland, overgedraagen hadden, zo hebben de Gelderschen de Sevenwouden en 't grootste gedeelte van Westergo met een meenigte van volk afgeloopen.
In dit zelve jaar 1515, Karel, Koning van Spanje, en na een korten tyd Keizer van 't Roomsche Ryk, nu Erfheer van Friesland geworden zynde, stelde Graaf Floris van Ysselstein tot Stadhouder aan; die zich met de zynen eerst alleen binnen Leeuwarden, Franeker en Harlingen moest verhouden: zynde het overige des Lands meest door de Gelderschen bezet; tot welkers voordeel Sneek en Slooten in dien tyd met muuren en sterktens zyn vast gemaakt .
Ik heb dit alles inzonderheid gemeld, om te doen zien, dat al de hierna vermelde bedrijven van PIER tegen Holland niets anders waren dan eene voortzetting van hetgeen KAREL van Gelder reeds langer dan tien jaren had gedaan, zoodat niet de Friezen, maar de Gelderschen oorlog voerden tegen de Hollanders, waarin de Friezen slechts als hulpbenden deelnamen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek