Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 oktober 2025
Het was een soort van zacht gekweel, dat aan het geluid van een vogel deed denken en voortgebracht werd door bij tusschenpoozen midden onder het fluiten met de tong het verhemelte aan te raken. De lezer zal zich uit zijne jongensjaren wel herinneren hoe men dat doet.
Er waren veel vogels, en hun gekweel was de eenige verlevendiging der eenzaamheid; als de inboorlingen er door gaan, houden ze zich zoo stil mogelijk, en trachten hun aanwezigheid te verbergen, uit vrees dat een achter een boom verscholen vijand hen onverhoeds mocht aanvallen en hen berooven van het weinige, dat zij bij zich dragen.
Zijn loktoon klinkt als "trettet" of als "tettertettet" en "di di" of "di di lei". Met de laatstgenoemde klanken begint het mannetje gewoonlijk zijn gezang, een niet zeer uitmuntend, maar recht gezellig gekweel, waaraan als slot een lang gerekt "dididlidlideideeee" wordt toegevoegd.
Van wien was het couplet, waarnaar hij marcheerde; en van wie waren de liedjes, welke hij, bij gelegenheid, zoo gaarne zong? Wij weten het niet. Wie weet? Misschien van hem zelven. Gavroche was trouwens bekend met al wat door het volk gezongen werd, en daarbij mengde hij zijn eigen gekweel. Hij maakte een potpourri der stemmen van de natuur en die van Parijs.
De loktoon is een dikwijls herhaald "tsjettsjek", dat vooral bij het opvliegen uit aller keel weerklinkt; dikwijls wordt er een teeder klinkend "main" aan toegevoegd. Deze beide geluiden, door een ongeregeld gekweel aaneengekoppeld, maken de hoofdbestanddeelen uit van het gezang, dat met eenige trillers besloten wordt.
Des middags dartelden er duizenden witte vlinders, en 't was een heerlijk schouwspel deze levende zomersneeuw in de schaduw te zien dwarlen. Hier, in deze bekoorlijke duisternissen van het groen, spraken een menigte ongekunstelde stemmen zachtkens tot de ziel, en wat het gekweel had vergeten, voltooide het gegons.
Overal hoort ge ze babbelen en neuriën, als de nooit zwijgende muziek, de zilveren lach van het landschap: aan het suizen van den wind in het ritselend gebladerte paren zij het zoet gekweel der fluitspelende sylfen in het riet langs haar boorden; en de rotsen, die eenzame reuzen, op wier schedel de donkere kroon van den nooit stervenden ouderdom rust en die eeuw in eeuw uit in zwijgenden ernst de jaren over zich heen voelen glijden, zij zien neder op de vroolijke kinderen, uit hun somberen schoot geboren, die aan hun voet huppelen en dartelen, en in hun blijde sprongen met milde hand parelen en diamanten strooien om zich heen.
Wanneer Pa thuis kwam, hoorden we 't vroolijk gejubel van het kleine gezinnetje. Dan mengde zich zijn sonore mannenstem in het lieve gesjilp en gekweel van die twee anderen, en een innige geluksstemming zweefde in dat natuurlijke klankenspel.
Het gegons dezer insekten, het snerpen der krekels dat dag en nacht aanhoudt, het gekweel der vogels, of het doffe gedruisch van afvallende dorre takken, die onder 't vallen overal blijven haken, waren de eenige geluiden die de stilte verstoorden in dat oord vol geheimenis.
Wat de Koningin van haar tocht naar den tempel had verwacht, was niet in vervulling gekomen, maar het onderhoud met Gorgias had haar op iets nieuws gebracht. Doch de klanken in haar gemoed, die door de plannen van haar laatste rustplaats waren wakker gemaakt, overstemden nu al het andere, evenals het bruischen van de branding het gekweel der zwaluwen aan de rotsachtige kust.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek