Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 mei 2025


Toen vroeg hij: »Geitje ben je zatDe geit antwoordde: »Ik ben zoo zat, Ik lust geen blad , !« »Kom dan maar meê naar huiszei de kleermaker, en hij bracht haar naar den stal en bond haar vast.

't Was, of ze 't nu voor 't eerst lief had met al de menschen, die er in woonden. Toen ze in huis kwam, ging ze dadelijk met eene lantaarn naar den stal. Ja, daar lag haar lieve geit lusteloos en ellendig: doodziek. Ze gaf het dier een bos versch stroo, om op te liggen en een' bak vol schoon water. "Arm geitje," zei ze, "dat is alles, wat ik voor je kan doen op 't oogenblik.

Toen zoodoende de eerste stap in de goede richting gedaan was, werd een reeks van andere goede maatregelen op een even natuurlijke wijze genomen en met even gunstige gevolgen als in het beroemde geval van de oude vrouw en haar geitje, waarin, zooals men zich zal herinneren, op hetzelfde oogenblik dat het water het vuur begon te blusschen, het vuur den stok ging verbranden, de stok den hond ging slaan, de hond het geitje beet en tengevolge van deze reeks gebeurtenissen de oude vrouw veilig thuis kwam met haar geitje, hoewel veel later in den avond, dan zij 't gewenscht had en onder gewone omstandigheden had kunnen zijn.

Het meisje hier op den berg was frisch als de witte sneeuw, bloeiend als de Alpenroos en snelvoetig als een geitje; maar toch uit Adams rib geschapen, evenals Rudy.

»Kom dan maar meêzei de jongen, en hij leidde haar naar huis en bond haar in den stal vast. »Welzei de oude kleermaker, »heeft de geit genoeg te eten gehad?« »O,« zei de zoon, »die is zoo zat, zij lust geen bladMaar de kleermaker wilde het daar niet op aan laten komen, ging naar den stal en vroeg: »Geitje ben je zatDe geit antwoordde: »Ik ben niet zat, 'k Heb niets gehad, Ik sprong maar op de graven rond, Waar ik geen enkel blaadje vond ,

Het was zoo laag dat wij bukken moesten om binnen te komen, en schemerdonker als het bosch zelf: zóo rook het er ook: een reuk van grond, dorre bladers en hout. Het huisgezin zat op een matje tegenover ons, wien zij stoelen hadden aangeboden. De kinderen, een kloek met kuikens, een jong geitje en een magere, spitsneuzige hond zochten elk zijn plaats op de mat en tusschen de stoelen.

's Avonds toen het tijd was om naar huis te gaan vroeg hij: »Geitje ben je zatDe geit antwoordde: »Ik ben zoo zat, Ik lust geen blad, ,

In de buurt werd dan het een of ander aanlokkingsmiddel geplaatst, en in zulke gevallen maakte de jager een klein hutje, omringd door dikke doorntakken en liet een opening, voor de val, die daar werd gezet. Binnenin werd een stuk van een dood dier neergelegd of een geitje of een jong varkentje.

Ook was het wonderbaarlijk vlug in zijne bewegingen, sprong als een geitje langs den weg en kon klimmen als een aapje!

»Kom dan maar meê naar huiszei de jongen, nam haar aan het touw, en bracht haar naar den stal, daar bond hij haar vast. »Welzei de oude kleermaker, »heeft de geit genoeg voêr gehad?« »O,« zei de zoon, »die is zoo zat, ze lust geen bladMaar de vader wôu zichzelf overtuigen, en ging naar den stal; hij aaide het lieve dier, en vroeg: »Geitje, ben je zatDe geit antwoordde: »Ik ben niet zat, 'k Heb niets gehad, Ik sprong maar op de graven rond, Waar ik geen enkel blaadje vond ,

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek