Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 mei 2025
Het voornaamste voedingsartikel voor de slede-expedities was pemmikan of gedroogd vleesch, dat we uit Kopenhagen hadden betrokken, en bovendien hadden we veel preparaten van specialen aard, bestemd, om een maximum aan voedingswaarde te geven bij een minimum gewicht. Daar zal ik later nog op terugkomen.
Met den naam van castradina noemt men hier het gezouten en gerookte geiten- en schapenvleesch, dat de voornaamste bron van inkomst is voor het geheele vorstendom, het belangrijkste artikel van zijn uitvoerhandel, nevens de scoranze, een soort van visch, die in het meer van Skutari gevangen, en gezouten en gedroogd wordt.
Na een weinig rhum gedronken, en onze kleederen voor een goed vuur gedroogd te hebben, keerde men naar Maagdenberg te rug, alwaar men my geluk wenschte met aan dit gevaar ontsnapt te zyn. De Colonel FOURGEOUD toen van eene versterking van versche manschappen voorzien zynde, deed, den 9den, alle zyne verminkten naar Holland inschepen.
Des avonds van dien zelfden dag, vonden wy onze huisvesting gereed, en wy besloegen de hutten, die men had laten staan, na BONNY en zyn volk op de vlucht gedreven te hebben. In de myne vond ik nog een zoort van kaars, die vry aartig gemaakt was van wasch van wilde byën, en het gedroogd merg van biezen.
De laras zet ons een uitstekenden maaltijd voor, waarbij wij wel speciaal melding mogen maken van de geurige gerechten, bereid van gedroogd hertenvleesch en op de aangenaamste wijze gekruid. Een mijner medereizigers is te Fort-de-Kock gebleven. Hij heeft een wonde aan den voet gekregen, en daar die nogal ernstig lijkt, heeft hij zichzelven rust opgelegd.
In een ander geval, waarin noch verandering van voedsel, noch verwisseling van emmers iets hielpen, verdween het gebrek, toen men het vaatwerk met armoracia ingewreven, daarop behoorlijk gereinigd en in de lucht gedroogd had; de smaak van melk en boter bleven goed.
Wij kunnen ons voor ons maal niet meer gunnen dan een lepel meel, aangelengd met water, daarbij een weinig in de zon gedroogd kameelenvleesch, en geroosterde acaciazaden. Den 20sten hebben wij een duif geschoten.
De een was te dik; en zij noemde hem »het wijnvat.« Een andere was te lang: »Lang en smal, is te mal.« De derde te klein: »dik en klein, moet niet zijn.« Een vierde was te bleek: hij was, »de bleeke dood.« De vijfde te rood: »de roode haan.« De zesde was niet recht genoeg: »jong hout, dat achter de kachel gedroogd is!« Bij ieder kwam er wat, maar 't ergst maakte zij het bij een goeden koning die heel bovenaan stond, en een beetje een scheeve kin had. »Hé!« riep ze, »die heeft een kin zooals de lijster een snavel heeft,« en sedert dien tijd heette hij »Koning Lijsterbaard.«
Dit wordt over den koek gestreken, als hij op den schotel is koud geworden en vervolgens gedroogd, hetzij in de zon, hetzij in een bekoelden oven, of ook door middel van een gloeijende aschschop, die men er over heen en weder beweegt. In het laatste geval ga men echter voorzigtig te werk, opdat het glazuur niet geel worde.
Hout is schaarsch en duur aan de kust, en voor de keuken maakt men gebruik van ledige schelpen, die heel goed branden en per honderd worden verkocht in groote netten, die op straat worden aangeboden. De Macqueezen, lieden, die de oude bijgeloofsgebruiken van Indië slecht in acht nemen, hebben de stoutmoedigheid, koeienmest te branden, dien ze eerst hebben gedroogd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek