United States or Sweden ? Vote for the TOP Country of the Week !


De anatomische kennis van dat fossiele dier dagteekent eerst van het jaar 1772, toen de natuuronderzoeker Pallas aan de oevers van eenen bijstroom der Lena een bijna volkomen lijk van het dier kon bestudeeren, dat juist uit het ijs was losgemaakt. Het lichaam van den rhinoceros tichorinus was met haren bedekt, en de huid was niet zoo ruw als die onzer Afrikaansche rhinocerossen.

Tot mijne verwondering zag ik, dat dit conglomeraat bestond: deels uit rolsteenen, afkomstig van de gesteenten der Peuquenes-keten met hunne fossiele schelpdieren, en deels uit rood potasch-graniet, gelijk aan dat van de Portillo-keten.

Zelfs op de zoo moeilijk bereikbare Nieuw-Siberische eilanden, die ten noorden van het Aziatisch vasteland tusschen 73 en 76° N.B. in de IJszee gelegen zijn, is het fossiele ivoor in zulk een groote hoeveelheid aanwezig, dat de ivoorverzamelaars herhaaldelijk den gevaarlijken sledetocht over de bevroren zee wagen om deze schatten te lichten.

De "Dierkunde van de Reis van de Beagle" bevat een verslag van de Fossiele Zoogdieren, door Prof. Owen; van de Levende Zoogdieren, door Waterhouse; van de Vogels, door Gould; van de Visschen, door Rev. L. Jenyns, en van de Kruipende Dieren, door Bell. Aan de beschrijving van elke soort heb ik een verhaal van hare leefwijze en verspreiding toegevoegd.

"Het slijk der rivieren," zoo sprak hij, "heeft de fossiele schelpen bedekt en is daar in binnengedrongen, toen zij nabij de kusten op den bodem der zee lagen. Men beweert, dat die schelpen gevormd zijn op de heuvels, onder den invloed der sterren, maar dan vraag ik, of men thans nog de sterren op de heuvels schelpen ziet vormen van verschillende tijden en soorten.

Uit het feit, dat de koralen in de Juraperiode in Frankrijk en Engeland voorkwamen, volgt dat het aequatoriale klimaat zich tot voorbij 55° N.B. uitstrekte, hetgeen niet mogelijk is, als aan de noordpool ijs gevonden wordt. Ook de fossiele plantengroei leidt tot diezelfde gevolgtrekking, daar tropische planten, cycadeën en varens toen tot in Siberië op 71° N.B. voorkwamen.

Toch was de amphicyon een zoolganger en misschien een klimmend dier, evenals de beren, terwijl de honden teengangers zijn en niet klimmen. Er is eene fossiele soort, waarbij de verwantschap met de beren nog duidelijker uitkomt dan bij den amphicyon; wij bedoelen den hyaenarctos , die in de middelste miocene formatie gevonden is.

Niettegenstaande het groote verschil tusschen den hond en den beer kent men fossiele roofdieren, die weer het denkbeeld van verwantschap tusschen die dieren opwekken.

De bodem van de stad Richmond en de omringende streken in den staat Virginia, bestaat uit eene laag fossiele diatomeën van bijna tien meters dikte, behoorende tot soorten, die nog thans in de IJszee leven.

Mac Coy en Nehring hebben echter fossiele overblijfselen van den Dingo gevonden in de pliocene en diluviale lagen van Victoria en het bewijs geleverd, dat dit dier een echte Wolf en geen verwilderde Huishond is. De Dingo bereikt ongeveer de grootte van een middelmatigen Herdershond.