Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juli 2025
Mocht dat gebeuren, zoo zouden wij, grijsaards, jonge mannen, vrouwen, dochteren, knapen en meidekens, ons leven duur verkoopen, en liever nog doodden wij elkander, dan duizend folteringen te lijden door de hand van den bloedigen hertog. Uilenspiegel sprak: De tijd is voorbij, dat men den gruwzamen beul te lande bestreed, 't Is op zee, dat wij zijne macht moeten fnuiken.
De abassidische khaliefen hebben al het mogelijke gedaan, om hen tegen te werken, opdat niet naast Mekka een mededingster van die heilige plaats zou opkomen. Maar niets kon den ijver der volgelingen van Hussein fnuiken, en hun volharding boezemde zelfs hun tegenstanders eerbied in.
»Ik zal kort zijn, en wilt gij dan al niet gelooven, dat ik mij uit vriendschap voor u aan een groot gevaar blootstel, neem dan aan, dat ik ulieder bondgenoot wil zijn, om den trots van Oropastes te fnuiken, die mij uit de gunst van den koning dreigt te verdringen.
Leicester begreep eindelijk, dat hij niet bij machte was om den tegenstand te fnuiken, dien zijne heerschappij in de Nederlanden ontmoette. Hier kon hij geene lauweren plukken. Ontstemd, misnoegd, die onaangename twisten moede, besloot hij het land te verlaten. In December 1587 begaf hij zich naar Vlissingen, van hier keerde hij naar Engeland terug en kort daarop legde hij de landvoogdij neder.
»Desniettemin keur ik een verbond met den zeeschuimer ten sterkste af!" »Vóor alle dingen zoeken wij goede bondgenooten, en de zeemacht van Polycrates boezemt ons ontzag in. Eerst wanneer wij met zijne hulp Egypte veroverd hebben, dan komt de tijd, om zijn overmoed te fnuiken.
Bossu, die thans aan de overzijde van het IJ de Geuzenvlag zag wapperen, en de Hollanders bezig zag geduchte versterkingen op te werpen aan den Waterlandschen dijk, besloot het verzet der Hollandsche boeren voor goed te fnuiken.
Inderdaad, terwijl de telkens terugkeerende werkstakingen de groote fransche havens met ondergang bedreigen en allen ondernemingslust fnuiken, werken de Engelschen, de Duitschers, de Italianen onafgebroken, om zich daar te doen gelden, waar de Franschen nog heeren en meesters waren.
Niet alleen was hy door Hertog Jan, die zijn bondgenootschap zocht, van alle leenhulde voor Zuid-Holland ontheven; maar hy had zich, terwijl het krijgstooneel op een verwijderd grondgebied was overgebracht, in staat gezien, zijn onrustige Edelen te fnuiken, de erfgoederen van de meesten hunner in leen te verkeeren, de Westfriezen te tuchtigen, landbouw en handel in zijn Graafschap te doen bloeien.
Hij moest zich daarom bepalen tot onbeduidende ondernemingen en de zomer van 1578 verliep, zonder dat een belangrijk treffen tusschen de Spanjaarden en de Nederlanders plaats gegrepen had. Terwijl Oranje al zijne krachten inspande om het land in staat van verdediging te brengen, had de hooge katholieke adel op nieuw een kunstgreep beproefd, ten einde de macht van den gehaten prins te fnuiken.
Philips II had door het verbieden van den handel met Portugal den Nederlandsche scheepvaart geene schade toegebracht, maar haar een nieuwe vlucht doen nemen. Den handel op Spanje had hij niet durven verbieden, dewijl hij wist, dat hij daardoor de welvaart van zijn eigen land nog meer dan die der Nederlanders fnuiken zou.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek