Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 mei 2025


Een exemplaar van het epos droeg ze steeds op zak; een ander exemplaar in groene zij gebonden, gaf ze 's Zondags aan enkele intieme kennissen in handen, zonder het ooit uit het oog te verliezen. De dichter kon den vierden zang, die zooveel van zijn eigen jongensverdriet bevat, nooit voordragen zonder dat zijn ontroering hem totaal overmande.

Volgens de meeste Duitsche geleerden is het epos, zooals wij het tegenwoordig hebben en dat het voorbeeld is geweest der Nederlandsche vertaling, niet ouder dan 1205 . Nu vinden wij echter dat VELDEKE in zijn Leven van Sint Servaes spreekt van ATTILA als "Bodelinghes son" ; deze vadersnaam komt ook in de Nibelungen meer dan eens voor.

Van zijne door de ouden hooggeprezen werken, waarvan slechts fragmenten bewaard zijn, hebben de meeste, wat hun inhoud betreft, veel overeenkomst met het epos; hij tracht echter in de oude mythen en sagen een zedelijke beteekenis te vinden en de rechtvaardigheid van het goddelijk wereldbestuur aan te toonen.

Ik mis vooreerst, en in de voornaamste plaats, die eenheid, die, volgens D.C. zelf overal "maar vooral in zijn Epos het karakter van Bilderdijks streven, aanleg en geest was." Er zijn hier blijkbaar twee heldendichten: het eene bezingt de overwinning op de Reuzen door Segol behaald en zijn verheffing ter wereldmonarchy: het andere zijn val in verband gebracht met de bestorming van Eden.

Heeft men hier te lande, zij het dan ook slechts in het Zuidoosten, Nibelungen-liederen gekend, vóórdat het, later uit die liederen ontstane, epos in het Nederlandsch is vertaald? Die vraag hangt samen met het vraagstuk van den ouderdom dier vertaling.

De eerste vrouw moest als verleidster, als minderwaardige fungeeren, daarom moest de halfengel Lilith, de eigenlijke eerste vrouw op aarde volgens zijn gegevens, maar voor zijn opzet minder bruikbaar, uit zijn Genesis verdwijnen. Hij heeft echter niet zorgvuldig alles weggelaten, wat op de Lilithlegende betrekking heeft, en door die slordigheid zijn epos der schepping tamelijk verward gemaakt.

Zij beweren dan ook af te stammen van den beroemden koning Rama, den overwinnaar van Lanka, den held van het oud-indische epos: hunne vestiging in het land zou dus tot omstreeks tweeduizend jaren voor Christus opklimmen. Intusschen is het thans zoogoed als uitgemaakt, dat de verschijning der Radsjpoeten in Hindostan tot een zeerveel later tijdperk behoort.

Eene jammerlijke tegenstelling met deze bewerkingen vormt die van het Roelants-lied. Niet zoozeer, doordat de bewerker slechts gebrekkig Fransch kende; daarin zal hij wel niet veel lager gestaan hebben dan de meeste overigen. Maar doordat hij zoo weinig heeft gevoeld van dat echt ridderlijk epos, zoo sober van uitdrukking, maar zoo indrukwekkend in zijn grootschen eenvoud.

Na de vooropzetting van deze opmerkingen en veronderstellingen, wagen wij het, als in een ruwen omtrek, den vermoedelijken inhoud te doen volgen der zangen, waarin deze Epos zich verder zou hebben ontwikkeld.

Maar in Eschylus vinden wij spoedig eene overeenkomst, daar volgens het verhaal dat Prometheus bij hem doet, de aangevallen goden, alleen door zijn wijzen raad geleid, de Titanen overmochten even als, in onzen Epos, de menschen, door de krijgskunst van Segol voorgegaan, de overmacht der Reuzen gelukkig bestrijden.

Anderen Op Zoek