Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juli 2025


Het kwam Cosette voor, als had Marius een kroon, en het scheen Marius alsof Cosette een stralenkrans had. Zij raakten, aanschouwden elkaar, klemden zich tegen elkander en drukten elkaars handen, maar er bleef een afstand, dien zij niet overschreden. Niet wijl zij dien eerbiedigden; maar wijl zij hem niet kenden.

De vogelvrij-verklaarden, die de gestrengheid der jachtwetten tot dit wanhopige rooversleven gebracht had, waren voornamelijk boeren en pachters van Saksischen stam, en men geloofde in het algemeen, dat zij de personen en het eigendom hunner landslieden eerbiedigden.

Maar hoezeer zij ook aanklopten, kregen zij echter geen antwoord. In den eerste eerbiedigden zij de droefheid, waarin hun meester ongetwijfeld op dit ogenblik verzonken lag; maar wanneer zij reeds vier uur lang voor de deur gewacht hadden, zonder dat het minste gerucht zich in de lijktent had laten horen, kwam de vrees hen bevangen. Zij dorsten hun gedachten niet uitdrukken: was Breydel dood?

Het regt, dat weinigen meer eerbiedigden, was van kracht beroofd, om al deze misdrijven te straffen: want geweld, willekeur en het regt van den sterkste gold overal. Roof, moord en brandstichting heerschten op vele plaatsen. Persoonlijke vrijheid, rust en welvaart, die groote voorregten van een burger, waren geweken.

De Deken der wevers wandelde heen en weer vóór de ingang, hij scheen in diep gepeins bedolven, want zijn ogen waren steeds te gronde gericht. De lijfwachten bezagen hem in stilte en dorsten niet spreken; zozeer eerbiedigden zij de bedenking van de man die groot en edel voor hen was. In deze mijmering was hij bezig met het vormen van een algemeen legeringsontwerp.

Hij kon er in zichzelf om grinniken en lachen en hij had er des te grooter pret in daar niemand er in de verste verte iets van vermoedde en iedereen hem beschouwde als een toonbeeld van onbesproken eerlijkheid en deugd. Alle menschen eerbiedigden, vereerden en bewonderden hem om zijn vaardigheid, zijn slimheid en zijn fijnen handelsgeest.

In die onveilige tijden, toen de verschillende volksstammen van het noordwestelijk Europa zeldzaam eene vaste woonplaats hadden, zich gemakkelijk van de eene naar andere en betere landstreken verplaatsten, en nog geen volkenregt kenden of eerbiedigden, was de zucht om elkander te berooven en buit te maken veelal het hoofdbeginsel van den oorlog.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek