United States or Martinique ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eeuwig jong, eeuwig schoon waart ge en vriendelijk als de oogen der moeder, die naar haar kind ziet. Zacht als jonge eekhorens sloegt ge de armen om den hals van den man. Nooit beefde uw stem van toorn, nooit werd uw voorhoofd gerimpeld, uw zachte handen werden nooit ruw en hard. Gij zachte heiligen, als versierde beelden stond ge in den tempel van het tehuis.

't Was een vrolijke, tamelijk frissche morgen, toen Siddha met een paar zijner ruiters den weg naar Fattipoer opreed om derwaarts eenige brieven over te brengen, die men aan geen eenvoudigen bode had kunnen toevertrouwen. De zon scheen helder zonder nog te branden, in de boomen zongen de veelkleurige vogels, en in de takken sprongen eekhorens en kleine apen al spelend heen en weder.

In het loover zat een monsterachtige kraai naar Juliaan te staroogen; en hier en daar flonkerden er groote vonken tusschen de takken, alsof het uitspansel al zijn sterren in het bosch had laten neerregenen. Het waren dieren-oogen, oogen van boschkatten, van eekhorens en uilen, van papegaaien en apen.

De kinders noemden de los en de vos hun hofhonden, de wezel hun kat; hazen en eekhorens maakten hun veestapel uit. Uilen en korhoenders zaten in hun vogelkooi; de dennen waren hun dienaars en de jonge berken gasten op hun feesten.

Hazen en konijnen werden onverbiddelijk opgeofferd, maar de eekhoorns hadden zich al in zoo sterke mate de vriendschap der menschen weten te verwerven; zij vonden in de buurt zooveel bewonderaars, die des Zondags in den vorm van noten en andere versnaperingen hun hulde aan de vroolijke boschgasten kwamen bewijzen, dat er een monsterpetitie naar het gemeentebestuur kon worden gezonden, om toch de eekhorens te sparen.