Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


Zij maakten een wet dat juristen nimmer Moesten meenen hun stukken goed gesteld, Als na den dag van de maand en het jaar Niet stond te lezen, duid'lijk en klaar; "En zoo lang na dat wat gebeurd is daar, Op twee en twintig Juli, net geteld, Van dertien honderd en zes en zeventig"; Om het feit te houden voortdurend levendig, En de plek, waar de kinderen het laatst men zag, Noemden zij de Rattenvangerstraat sinds dien dag, En als iemand er voortaan blies op een fluit Ging hij ongetwijfeld zijn baantje uit.

Gij, brengt den doode, gij de moord'naars na; Laat hen niet spreken; duid'lijk is hun schuld; En bij mijn ziel, bestond er boozer eind Dan dood, dat erger eind viel hun te beurt. TAMORA. Ik wil den keizer smeeken, Andronicus; Wees zonder zorg om hen, het gaat wel goed. TITUS. Kom, Lucius, kom; tracht niet met hen te spreken. Een ander gedeelte van het woud.

HIPPOLYTA. Inderdaad, hij heeft op zijn proloog gespeeld als een kind op zijn fluitje, er komen wel tonen uit, maar er is niets van te maken. THESEUS. Zijn aanspraak was als een verwarde keten, geen schakel stuk, maar een en al warboel. Wat komt er nu? PROLOOG "Verwondert ge u, dat gij ons hier ziet staan, Blijf dan verwonderd, tot wij 't duid'lijk maken.

Haar teekens zijn mij duid'lijk; Had zij een tong, zij zeide tot haar broeder Hetzelfde, wat ik u pas heb gezegd; Zijn zakdoek, nat van echte tranen, kan Niet dienen voor haar kommervolle wangen. Wat meegevoel! elks kommer is gelijk; Doch troost zoo ver, als heil van 't schimmenrijk!

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek