Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
V. D. Bergh beweert in zijn Kritisch Woordenboek op bl. 361, dat zij bekend zijn "in N.-Brabant, Gelderland, Overijssel, Drenthe, Groningen, Friesland en het dus genoemde West-Friesland of N.-Holland", en, naar hij, meent, ook in Zeeland. "In het eigenlijke Holland en Utrecht" heeft hij daarvan geen sporen aangetroffen. Zelfs door het riemsgaatje konden zij binnenkomen: Driem.
Het Onderwijzers Gezelschap te Grouw. U. Oosterbaan, Cand. Notaris in de Schrans, bij Leeuwarden. J. H. Oosterdijk, Emeritus Predikant van Lunteren, op Gelders-spijker bij Arnhem. P. van Os, Instituteur te Sneek. J. G. Ottema, Præceptor aan het Gymn. te Leeuwarden. g. p. Mr. J. Pan, Raadsheer in het Provinciaal Geregtshof van Drenthe te Assen. Jhr. Mr.
Van de 100 Gulden betaalde: Gelderland 5 Gld. 12 Stuiv. 13 Penn. Holland 58 » 6 » 4-1/4 » Zeeland 9 » 3 » 8 » Utrecht 5 » 16 » 7-1/2 » Friesland 11 » 13 » 2-3/4 » Overijssel 3 » 11 » 5 » Groningen en Ommelanden 5 » 16 » 7-1/2 » 100 » : » : » Drenthe betaalde 1 boven de 100 Gld.
De hamer van den dondergod op het huis bleef in het midden en het Oosten van ons land tot zelfs in dèze tijden een weermiddel tegen den bliksem, een hoefijzer van Wodans paard voorspelt ook hier geluk, en op de Veluwe en in Drenthe, waar de grond van Germaansche graven en Germaansche woonplaatsen vol is, heerscht nog menig gebruik, dat de gewoonten en godsdienstplechtigheden onzer voorvaderen althans aanduidend bewaart.
De prins van Oranje had op den nog jeugdigen man de vriendschap overgebracht, welke hij eens voor diens broeder gekoesterd had; hij hield Rennenberg voor den trouwsten der trouwen. De graaf bekleedde een belangrijken post. Hij was stadhouder van Friesland, Drenthe en hield Groningen, de voornaamste sterkte in deze provinciën, bezet.
De eersten bewoonden dus gedeelten van Gelderland, Overijssel, Drenthe en het Gooiland, alsmede de streken beoosten de Zuiderzee en de rivier Flevo tot aan de Eems toe: de laatsten een gedeelte van Rijnland, Kennemerland, Amstelland en Noord-Holland. Daarna werden deze West-Friezen en gene Oost-Friezen geheeten.
In alle andere streken komt het gedeeltelijk voor, zelfs in de dorpen langs de Noordzee, waar voor Scheveningen, wat de vrouwenkleeding betreft, een soort uitzondering gemaakt zou kunnen worden. In Groningen, een groot deel van Drenthe en Overijsel, in zuid-oostelijk Noord-Brabant en in Limburg is echter de dracht geheel verdwenen, bijna ieder spoor is er van uitgewischt.
Maar meest ging in de dorpen de optocht te voet en het was dán, gelijk natuurlijk is, dat de taaiheid van oude gebruiken zich openbaarde. In Drenthe ging de bruidegom met zijne verwanten naar het huis der bruid, vroeg haar buiten te komen en daarna toog de blijde stoet, soms de speellui voorop, ter kerke.
In Drenthe heette zulk een bode de »broedneuger«, en dat moet wel eene blijde bewegelijkheid in menig stil dorp der landschap gegeven hebben, als de broedneuger, kleurige linten om den hoed en om den stok, van nieuwsgierige kinderen omjoeld, het erf opstapte en vroeg, vaak in een lang gedicht, dat hij met zwier voordroeg, »of 't oe bleeft te komen tegen aanstoande Zundag«. Jammer alleen, dat hij voor zijn moeite placht beloond te worden met een geldstukje, dat in een vol glas brandewijn lag, wat hij dus eerst moest leegdrinken, waarom hij, op 't einde van zijn ommegang, wel aanleiding zal gehad hebben te vragen, zooals in één dier gedichten staat: »Heb ik min boodschap niet wel of kwoalik gedoan....«
De zuidoostelijke streken van dit gewest, als Schoterland, Lemsterland en de Stellingwerven, vormden met het noordelijk gedeelte van Overijssel en geheel Drenthe, die te zamen vermoedelijk het Graafschap Islegoo uitmaakten, het vierde Zeeland.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek