Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


Uitvoerig behandelt Tertullianus de doodenbezwering in zijn geschrift: "De ziel", de eerste proeve van eene Christelijke psychologie, overigens reeds dateerende uit den tijd, toen hij met de secte der zg. Het gaat hier in de eerste plaats om de oproeping van ontijdig gestorvenen of gewelddadig omgekomenen, waarvan immers, zooals wij boven gezien hebben, in de tooverpapyri herhaaldelijk sprake is.

Waarschijnlijk had Saul opzettelijk gevast, om zich op de doodenbezwering voor te bereiden, daar immers onthouding, althans van zekere spijzen, algemeen geacht werd eene der voornaamste voorbereidingen tot magische handelingen te zijn.

Het geloof der heksen, op eene samenkomst te zijn geweest, waarbij de duivel het voorzitterschap bekleedde, laat zich verder door "autosuggestie" gemakkelijk verklaren. Ook eene doodenbezwering wordt in onzen roman beschreven, en wel naar aanleiding van het feit, dat zeker bejaard burger eene vrouw beschuldigt, zijn neef, met wien zij gehuwd was, te hebben vermoord.

Zeer opmerkelijk is het, dat bovenvermelde Simon "de toovenaar" door de oude kerk werd beschouwd als de "vader der ketterijen", die "deels door goocheltoeren, deels ook door de hulp van demonen" velen misleidde. Zooals wij in hoofdstuk V zullen zien, beoefenden de "Simonianen", die zich geruimen tijd wisten te handhaven, o.m. de doodenbezwering.

Dat Plotinus ook de doodenbezwering als reëel erkende, blijkt uit het slot van de verhandeling "Over de onsterfelijkheid der ziel", onloochenbaar de scherpzinnigste critiek, die oudtijds op het materialisme is geoefend, waarin hij spreekt van "de orakelen der goden, welke gebieden om den toorn van verongelijkte zielen te verzoenen en aan dooden eerbewijzen te betoonen" en van "vele zielen, die vroeger in menschen woonden" en "niet ophouden, de menschen weldaden te bewijzen", diegenen nl. die ook "door openbaring van orakelspreuken hulp verleenen" . Blijkbaar heeft Plotinus hierbij ook aan de gevallen gedacht, door ons in het eerste en derde hoofdstuk vermeld.

Wij zullen in hoofdstuk II er een hoogst interessant voorbeeld van aanhalen. Het spreekt vanzelf dat de magie zich niet bij de doodenbezwering en de opwekking of verdrijving van liefde beperkte, maar haren invloed op het geheele leven liet gelden.

Van de realiteit der doodenbezwering is hij vast overtuigd. De verhalen over Calondas en Pausanias, die wij in ons eerste hoofdstuk hebben aangehaald, zijn bij hem te vinden.

Van eenigszins minder inferieur gehalte is de "Menippus of doodenbezwering", waarin Lucianus genoemden satiricus, geholpen door een Chaldeeuwschen magiër, in de onderwereld laat neerdalen. De beschrijving van de hiertoe vereischte voorbereidingen en ceremoniën, hoe wonderlijk ook, is geen pure fantasie. Zijn bekendste werk, de kleurrijke en artistieke roman "Metamorphosen", d.w.z.

Wij leeren, dat de magie zelfs den toegang tot het doodenrijk vermag te ontsluiten. Voorts blijkt bij de doodenbezwering het hoofddoel te zijn, zich omtrent het heden en de toekomst nader te laten inlichten; vandaar dan ook de uitdrukking "necyomantie" of de meer gebruikelijke "necromantie", d.w.z. "doodenwichelarij".

Chr. is Pythagoras, de ascetische, aristocratisch gezinde, geheimzinnige hervormer, die ook als een magiër en wel voornamelijk een beoefenaar der doodenbezwering werd beschouwd. Aangaande zijn volgelingen waren soortgelijke geruchten blijkbaar niet zonder reden in omloop.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek