Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juli 2025


III p. 292; Sermo de nativitate Domini, III p. 946. Deschamps, I p. 271ss. no. 145, 146, p. 217 no. 105, vgl. II p. lvi en Gerson III p. 85. Gerson, Considérations sur le peché de blasphème, Op. III p. 889. Regulae morales, ib. III p. 85. Ordonnances des rois de France, t. VIII p. 130, Rel. de S. Denis, II p. 533.

Een vrome strekking, die bij Deschamps nauwelijks aanwezig is, kan deze bespiegelingen van levensbangheid eenigszins verheffen, maar wezenlijk veranderen niet. In tal van vermaningen tot een heilig leven proeft men als grondstemming dit moedeloos versagen.

Le premier volume de la toison dor, Paris 1515, fol. 2. Boucicaut, I p, 504; Jorga, Ph. de Mézières, p. 83, 463 ; Romania, XXVI p. 395 , 396 ; Deschamps, XI p. 28; Oeuvres du roi René, I p. xi; Monstrelet, V p. 449. Deschamps, no. 908/10, XI p. 232, 14, 68. Froissart. Poésies, ed. Alain Chartier, La ballade de Fougères, p. 718. Richteren 6. La Marche, IV p. 164; Jacques du Clercq, II p. 6.

Deschamps wordt niet moede, zijn haat tegen die ellendigen te luchten; hij scheert hen allen over één kam als huichelaars en bedriegers: ranselt hen de kerk uit, hangt ze op, verbrandt ze!

Denk nog eens aan Deschamps' beschrijvingen van de schoonheid der kasteelen. Ze waren eigenlijk mislukt en bleven oneindig ver achter bij wat de miniatuurkunst daarvan wist te maken. Maar vergelijk nu de ballade, waar Deschamps in een genretafereel beschrijft, hoe hij zelf ziek ligt in zijn armzalig kasteeltje te Fismes.

Op het verdorde veld der allegorische verbeelding kan alleen de spot telkens weer frisch kruid doen bloeien. Zoodra het even in 't luimige geworpen wordt, werkt de allegorie nog. Deschamps vraagt den dokter, hoe de deugden en het recht het maken: "Phisicien, comment fait Droit?

Chastellain, II p. 259. La Marche, II p. 324. Chastellain, I p. 28, Commines, I p. 31; vgl. Petit Dutaillis in Lavisse, Histoire de France, IV p. 33. Deschamps, IX p. 80, vgl. vs. 2228, 2295, XI p. 173. Froissart, II p. 37. La Débat des hérauts d'armes § 86, 87, p. 33. Livre des faits, bij Chastellain, VIII p. 252 en xix. Froissart, ed. Kervyn, XI p. 24. Froissart, IV p.83, ed. Kerv., XIp. 4.

Heilo en zijne schriften, Amsterdam, 1866, p. 126; vgl. Hendrik Mande bij W. Moll, Joh. Brugman en het godsd. leven onzer vaderen in de 15e eeuw, 1854, 2 dln., I p. 264. Gerson, Centilogium de impulsibus, Opera, III p. 154. Deschamps, IV p. 322 no. 807; vgl. I p. 272 no. 146: "Si n'y a Si meschant qui encor ne die Je regni Dieu...." Gerson, Adversus lacivas imagines, Op.

"Wat, zegt de edelman tot den boer : je geeft je ziel aan den duivel, en je verloochent God, terwijl je geen edelman bent?" Deschamps constateert, dat het vloeken reeds afdaalt tot de geringe lieden: "Si chetif n'y a qui ne die: Je renie Dieu et sa mère." Men wedijvert in pittige en nieuw gevonden vloeken; wie het liederlijkst te vloeken weet, wordt als meester geëerd.

Molinet, IV p. 389. Molinet, I p. 190, 194; III p. 138; vgl. Juvenal des Ursins, p. 382. Deschamps, II p. 213. Lay de franchise; vgl. Chr. de Pisan, Le dit de la Pastoure, Le Pastoralet, roi René, Regnault et Jehanneton, Martial d'Auvergne, Vigilles du roi Charles VII, etc., etc. Deschamps, no. 923, vgl. XI p. 322. Villon, ed. Longnon, p. 83. Gerson, Opera, III p. 302.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek