Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
Onze catechiseermeester was een klein, nietig mannetje van vijf en dertig jaren, met borstelig, zandkleurig bokkenhaar; hij droeg een staand boord, waarvan de bovenste rand bijna tot aan zijne ooren reikte, en welks scherpe punten boven de hoeken van zijn mond uitkwamen, een schutsmuur die hem dwong altijd rechtuit te kijken, of wanneer een zijdelingsche blik vereischt werd, het geheele lichaam om te wenden.
Ten haren huize gekomen, verzuimde ik niet, aan de dienstmaagd, die mij de deur opende, te vragen, of Tante ook belet had; want ik wist dat zich niet zelden eenige vromen ter onderlinge stichting ten harent verzamelden, en ik was niet bijzonder op het gezelschap van de weduwe Knijpduim of den catechiseermeester Zoutbrand gesteld.
"Wie verstopt ze?" "Wel de roovers natuurlijk. Wie anders, denk je. De catechiseermeester van de zondagsschool?" "Ik weet het zoo niet. Indien ik een schat had, zou ik hem niet verstoppen: ik zou er hem doorlappen om een lekker leventje te hebben." "Ik ook; maar roovers doen dat niet; zij verbergen hem en laten hem waar hij is." "Komen zij hem nooit halen?"
Den laatsten nacht had zij ijlende doorgebracht, en in dien toestand als haar moeder zeide dingen geopenbaard, die zeer bezwarend waren voor den ~Stroeve~ en zijn pupil, en eene algemeene verontwaardiging onder het volk hadden verwekt, niet verminderd door de toespraak, die de catechiseermeester Greve tot de omstanders had gehouden, even voor haar dood.
De prijs werd aan Tom uitgereikt met al de loftuigingen, welke de catechiseermeester onder de bestaande omstandigheden uit zijn binnenste kon oppompen, doch waaraan slechts één ding ontbrak namelijk waarheid, want de arme man voelde instinctmatig, dat hij hier voor een geheim stond, hetgeen misschien het licht niet zien kon.
Het opzeggen van twee teksten werd met een blauw kaartje beloond, tien blauwe kaartjes stonden gelijk met één rood en mochten daartegen geruild worden. Tien roode kaartjes stonden weder gelijk met één geel, en een leerling, die tien gele kaartjes had, kreeg van den catechiseermeester een zeer eenvoudig ingebonden bijbeltje, dat in die goedkoope tijden de waarde had van veertig cents.
Hij vertelde den kinderen sprookjes, ging den catechiseermeester te lijf toen deze de meisjes uit het oude testament onstichtelijkheden voorlas, hielp de kleintjes bij hun werk; en de vrouw des huizes gaf hem daartoe verlof, onder voorwaarde dat ze zijn lange bruine lokken, die hij wel wat verwaarloosde, van tijd tot tijd mocht uitkammen.
Op zijn zevende jaar besloot hij, de theologische disputen met zijn catechiseermeester beu, "naar eerwaardig bijbelsgebruik God rechtstreeks, d.i. in Zijn werken te eeren". In zijn dakkamertje stapelde hij tegen een muziekhouder een pyramidevormig altaar van steenen en schelpen die hij uit de bekende mineralen-verzameling had ontvreemd; en als de eerste stralen van de morgenzon door zijn venster streken, werden zij in een brandglas saamgetrokken en ontstaken een welriekend dankoffer.
»Mij dunkt, dat we dan nu al zoo ver zijn, naar de praatjes van vrouw Snibs te oordeelen." »Och! vrouw Snibs... dat mensch hangt zoo'n beetje de fijne uit, omdat zij een blauw-maandag met een catechiseermeester getrouwd is geweest, die wel zoo eens in stilte zijne oefeningjes hield. Overigens een best braaf man, dien ik altijd wel heb mogen lijden."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek