Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


Maar trouw was de Kazike Guacanagari den Spanjaarden gebleven tot het einde, en zelfs was hij in den strijd tegen Caonabo zoo gewond geworden, dat hij onmogelijk komen kon om zijn' vriend, den Admiraal, welkom te heeten en alles te vertellen.

Guacanagari, door Caonabo zelf ernstig gewond, wist nog uit zijn verwoest huis te ontsnappen. Hij werd niet vervolgd. Het groote doel van de verbonden opperhoofden was de uitroeiing van de Spanjaarden. Het verhaal, dat de inboorlingen van het treurig lot der kolonie gaven, werd door berichten, die men van andere zijden kreeg, bevestigd.

Te midden van dezen ongelukkigen toestand bleek het, dat de Kazike Guacanagari trouwer was dan men waande, want hij liet Columbus weten, dat de heele bevolking van het eiland, onder aanvoering van Caonabo tot den ondergang der Spanjaarden besloten had. De dappere De Hojeda stelde Columbus nu voor om dien Caonabo, die blijkbaar de ziel der heele onderneming was, door list gevangen te nemen. Hoe?

De onderdanen van Caonabo betreurden zijn gevangenschap zeer. Een van zijn broeders bracht een leger van 7000 man op de been, om hem te bevrijden. Ojeda viel met een aantal geharnaste ruiters onverhoeds op hen aan, en dreef ze op de vlucht.

Boven allen was Caonabo de gevreesde krijgsman: De ridderlijke heldendaden van Ojeda hadden zijn bewondering opgewekt. De jonge Spanjaard vormde het plan het Indiaansche opperhoofd gevangen te nemen. Dit plan mocht met alle recht wild, hersenschimmig en uiterst gevaarlijk worden genoemd. Men zou het niet kunnen gelooven, als het niet van zeer geloofwaardige zijde werd bevestigd.

Het plan was meer dan gewaagd, doch De Hojeda wilde het ten uitvoer brengen, en zoo er één was, die het kon, dan was hij het. Columbus nam het voorstel aan; de keten werd gemaakt, en door slechts tien mannen, even groote waaghalzen als hij, vergezeld, trok hij Cibao binnen, verscheen voor Caonabo, kuste hem de hand en bood hem de rammelende, klinkende keten aan.

Caonabo zag in die keten niets anders dan een »Zemi« van de Spanjaarden, en geloofde den Spanjaard terstond, toen deze zeide, dat Caonabo eerst in de rivier een bad moest nemen, eer hij die keten dragen kon. De lichtgeloovige Kazike ging nu in gezelschap van De Hojeda en diens metgezellen naar de rivier, baadde zich en liet zich de keten omhangen.

Anders dacht Caonabo, de fiere en dappere Kazike van Cibao, er over. Hij liet de Spanjaarden, die in driesten overmoed rondzwierven, den een na den ander overvallen en worgen, en toen ziekten de gedunde gelederen der bezetting teisterden, en Don Arada, òf reeds gesneuveld, òf ziek was, en dus geene macht meer kon uitoefenen, liet hij La Navidad overrompelen, uitmoorden en vernielen.

Columbus kon met een goed geweten God bidden om bescherming voor zijn kolonie. Even oprecht kon Caonabo de goden, die hij aanbad, smeeken de vreemde indringers te verdrijven. Ojeda begeleidde het leger met omstreeks 400 man naar St. Thomas, waar hij Margarite moest helpen en de onderzoekers, achterlaten. Er werd verteld, dat vijf Indianen drie Spanjaarden bestolen hadden.

Na de samenzwering verijdeld en de twee belhamels gevangen gezet te hebben, besloot Columbus om, nu hij weer van zijne ziekte hersteld was, zelf Cibao te gaan bezoeken. Hij stelde zijn' broeder Diego tot zijn' plaatsvervanger in het bevel over de stad aan en vertrok aan het hoofd van eene schitterende krijgsmacht van vierhonderd man het gebied van Caonabo binnen.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek