United States or Vietnam ? Vote for the TOP Country of the Week !


De terugreis naar Spanje, en de vierde reis. 137 De opstand van Roldan. Verzoenende voorstellen van Columbus. Dubbelzinnigheid van Columbus. De tocht van Ojeda. Regeeringloosheid op Haïti. De forten. De liefde van 't volk wordt minder. Bobadilla tot gemachtigde benoemd. Maatregelen van Bobadilla. Columbus in boeien. Zijn ontvangst bij den koning en de koningin. Toebereidselen tot de vierde reis.

De ridderlijke Alonzo de Ojeda bood vrijwillig aan met 40 man het heele eiland te gaan onderzoeken. Deze kleine troep drong diep in het land door. Over breede stroomen en door bijna ondoordringbare bosschen leidde hun pad. Men loste schoten, blies zoo hard men kon op de trompet, maar Ojeda moest zonder tijding van de verlorenen terugkeeren.

Deze verleiding was te groot, en het opperhoofd stemde er in toe met den verraderlijken Spanjaard mee te gaan naar Isabella. Toen het uur van vertrek gekomen was, verwonderde Ojeda zich, dat Caonabo zulk een groote krijgsmacht had bijeen gebracht, om hem te vergezellen.

Het bevel er over werd gevoerd door Peter Margarite, een vriend van Columbus en een van de beroemdste ridders van de orde van Santiago. Ojeda was bij de mijnen als hoofdopzichter gebleven. Columbus gaf Margarite zeer uitvoerige voorschriften. Zij leggen het getuigenis af van zijn gezond oordeel, zijn menschlievendheid en zijn edel streven, om nuttig te zijn.

Hij bewaarde een trotsche houding, en wilde geen gunsten vragen, of eenig teeken van onderwerping geven. Hij scheen de daad van Ojeda zeer te bewonderen, al was hij dan ook het slachtoffer van die krijgslist. Toen Columbus zijn cel binnentrad, bewees hij hem niet den minsten eerbied, maar toen Ojeda kwam, stond hij op en groette hem zeer beleefd.

Beiden plunderden en onderdrukten de inlanders. Ojeda kruiste langs de kusten van Haïti, landde op afgelegen punten, en lichtte zoo lang inboorlingen op, tot hij zijn schepen vol slaven had. Dan keerde hij naar Cadix terug, waar zij op de slavenmarkt verkocht werden. Het gezag van Columbus liep ten einde. Zij, die hem nog gehoorzaamden, wilden dat zelf.

De ridderlijke Alonzo de Ojeda werd gekozen om deze onderneming te leiden. Hij hield veel van waagstukken en gevaar, en juichte bij de gedachte, dat hij het rijk van het alvermogende opperhoofd Caonabo zou binnendringen. In het begin van Januari 1494 trok Ojeda met een troep goed gewapende en uitgelezen mannen het binnenland in. Twee dagen lang trokken ze door verlaten streken.

De cacique kreeg de boeien aan, en ging op een fikschen hengst achter Ojeda zitten. Na eenige sprongen vormden de ruiters een kring om hem heen, gaven hun dravers de sporen, en verdwenen met hun buit in het dichtst der bosschen. Met de blanke sabels in de hand dreigden zij den cacique met een onmiddellijken dood, wanneer hij tegenstand bood.

Hun opperhoofd werd beschuldigd van den buit met hen te hebben gedeeld, in plaats van hen te straffen. Ojeda kreeg een Indiaan in handen, die gezegd werd een van de dieven te zijn. Op een openbaar plein van een Indiaansch dorp sneed men hem de ooren af. Toen hij het opperhoofd, diens zoon en neef gevangen genomen had, zond hij ze allen geboeid naar Isabella.

Lot van de kolonie. Achtste Hoofdstuk. Het leven te Hispaniola. 92 Verklaring van Guacanagari. Het opperhoofd verdacht. Ontsnapping van de vrouwelijke gevangene. Duisternis te Navidad. Onderzoekingstochten. De vloot zeilt. De stad Isabella gesticht. Woelig landingstooneel. Teleurgestelde verwachtingen. Tochten van Ojeda. Doortrekking van de vlakten. Lijden in de kolonie. Brief aan de koningen.