Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
Ojeda werd met zijn gezellen gastvrij ontvangen. De valsche jonge Spanjaard trachtte op alle mogelijke wijzen het vertrouwen van het opperhoofd te verwerven. Hij stelde Caonabo voor hem naar Isabella te vergezellen, waar hij door Columbus, hiervoor durfde hij instaan, met de meeste onderscheiding ontvangen, en met geschenken overladen zou worden.
Den 14en Maart 1496 vertrok Columbus naar Spanje. Den gevangen Caonabo nam hij mee, maar het ongelukkige opperhoofd stierf onderweg. Na een zeer lange en onvoorspoedige reis landde hij den 11en Juni te Cadix. De koning en de koningin ontvingen hem met een vriendelijkheid, die hij niet verwacht had.
Deze verleiding was te groot, en het opperhoofd stemde er in toe met den verraderlijken Spanjaard mee te gaan naar Isabella. Toen het uur van vertrek gekomen was, verwonderde Ojeda zich, dat Caonabo zulk een groote krijgsmacht had bijeen gebracht, om hem te vergezellen.
Hij sprak hem aan als souvereinen vorst en verzekerde hem, dat hij met rijke geschenken tot hem kwam, om hem namens Columbus te smeeken, dat hij aan den wreeden oorlog een einde maken en vriendschappelijke betrekkingen aanknoopen zou. Caonabo, die met zijn volk verschrikkelijk geleden had, en twijfelde aan zijn macht den Spanjaarden te wederstaan, leende aan die voorstellen een willig oor.
Men wist, dat de Indianen vol bewondering luisterden naar de klokketonen van de kerk te Isabella. Men moest nu eene zware, klinkende keten maken, en die Caonabo, alsof het een geschenk was, om den hals hangen en hem er dan mede boeien. Wat er verder geschieden moest, zou van de gebeurtenissen afhangen.
Caonabo had n.l. bij gelegenheid van de vermoording van het Spaansche garnizoen ook zijn stad in de asch gelegd. Ojeda was een bekwaam en geducht krijgsman. Te midden van krijgsrumoer en den dood op het slagveld was hij het meest in zijn schik.
Atanicaotex, de broeder van Caonabo, moest om de 3 maanden 150 pesos goud betalen, gelijk staande met 600 dollars per jaar. Alleen de vrees voor de beten van de bloedhonden dreef de inlanders er toe zooveel goud bijeen te verzamelen, dat de ontzettend zware belasting kon worden opgebracht. Ieder, die zijn belasting betaald had, kreeg een koperen plaatje om den hals.
Ziekten hadden enkelen ten grave gesleept; in onderlinge twisten waren velen gestorven, en ten slotte had de machtige Kazike Caonabo de zwakke sterkte met de gedunde bezetting overvallen, en gedood, wie van de Kolonisten, na ziekten en twist, nog in het leven gebleven waren.
Onder deze laatsten behoorde ook de dappere en geslepen Kazike Caonabo, die zelfs in zijne boeien geen oogenblik zijne trotschheid verloren had, doch die Spanje niet zien zou, omdat hij op de langdurige reis overleed.
De ridderlijke Alonzo de Ojeda werd gekozen om deze onderneming te leiden. Hij hield veel van waagstukken en gevaar, en juichte bij de gedachte, dat hij het rijk van het alvermogende opperhoofd Caonabo zou binnendringen. In het begin van Januari 1494 trok Ojeda met een troep goed gewapende en uitgelezen mannen het binnenland in. Twee dagen lang trokken ze door verlaten streken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek