Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


Wilde, eenzame bosschen, die rijk zijn aan broekland en ontoegankelijke moerassen, bij voorkeur die, welke wilgen, berken, espen en andere breedgebladerde boomen bevatten, leveren geschikte woonplaatsen voor den Eland. Moerassen en venen schijnen volstrekt noodig te zijn voor zijn leven en welvaren.

Ook van veengrond houdt hij zeer veel; men ontmoet hem ook daar, waar de moerasplanten de overhand hebben, de heide en de struiken verdringen, evenwel niet in het eigenlijke broekland of moeras.

De Rallen houden verblijf in ongastvrije moerassen, die door den mensch slechts ongaarne bezocht worden, natte wildernissen, waar het water en de weeke grond onder een dicht plantendek verborgen en ten deele met kreupelhout begroeid zijn; dikwijls vestigen zij zich in plassen vol riet en biezen, die in of bij wouden liggen, in met elzen begroeid broekland en in wilgenkreupelhout, dat met veel riet en hooge grassen afwisselt, veel moeras en water bevat of doorsneden is met rietsloten.

Terwijl de zwarten zuidwaarts dreven, hadden zij vele meisjes gered, en naardien niemand kwam om ze op te eischen, hielden zij haar tot hunne vrouwen. De menschen die terug kwamen, gingen alle binnen de ringdijken der burgten wonen, omdat het daar buiten alles slib en broekland was. De oude huizen werden zamengeklust.

De Wolf bewoont eenzame, stille landstreken en wildernissen, en wel dichte, donkere bosschen, broekland met moerassige en droge gedeelten, in het zuiden ook de steppen. Men vindt hem zelfs in betrekkelijk kleine en lage, wild groeiende bosschen, op dammen in broekland en moerassen, in rietbosschen, maïsvelden, in Spanje zelfs in koornvelden, dikwijls in de onmiddellijke nabijheid van bijeenstaande huizen. In dicht bevolkte gewesten vertoont hij zich slechts bij uitzondering voor het aanbreken van de schemering, in eenzame wouden daarentegen begint hij, evenals de Vos in dergelijke omstandigheden, reeds in de namiddaguren zijne omzwervingen; hij sluipt rond, telkens stilstaande om te onderzoeken of er niets te vinden is tot bevrediging van den honger, die hem voortdurend kwelt. Gedurende de lente en den zomer leeft hij eenzaam of in gezelschappen van twee of drie stuks; in den winter voegen de Wolven zich bijeen tot troepen, die uit een meer of minder groot aantal individuën bestaan, al naar de landstreek deze vereeniging begunstigt of niet. De leden van zulk een bende verrichten al hunne werkzaamheden gemeenschappelijk, staan elkander bij, en roepen ingeval van nood door hun gehuil elkanders hulp in. De tot benden vereenigde Wolven zwerven even ver rond als de afzonderlijk levende; zij volgen de richting van gebergten, trekken door vlakten, doorreizen, van het eene bosch in het andere overgaande, geheele provinciën, en vertoonen zich zoodoende geheel onverwachts in gewesten, waarin men ze gedurende geruimen tijd, misschien jaren achtereen, niet had waargenomen. Dat hij bij zijne jacht- en zwerftochten in een enkelen nacht een afstand van 40

Vervolgens keerde hij in 't broekland terug, begaf zich regelrecht naar het aan de overzijde gelegen bosch, zonder onderweg iets te doen wat vermelding verdiend; in het bosch haalde hij een ledig lijster-nest uit een hazelaar, trachtte met klauwen en tanden de opening van een holte in een eikenstam te verwijden, om bij den honig van een zwerm wilde Bijen te kunnen komen, vrat boschbessen, besnuffelde den ingang van een Dassenhol, en liet op een met gras begroeide open plaats vele sporen van zijn heen- en weerloopen achter.

Hij wijkt nooit van dezen regel af, en dit acht ik een voldoende verklaring van de onbekendheid, waarin men over 't algemeen verkeert ten aanzien van de levenswijze van dit dier in den natuurstaat. Want wie kan in de duisternis van den nacht den Nerts in zijn eigenlijk woongebied, het broekland of het moeras, volgen?

Van hier uit trok hij door een nat, dicht met elzen begroeid stuk broekland naar een met oude sparren bezet terrein, liet zijn drek vallen, ontschorste het onderste deel van den stam van een dooden spar, krabde den grond los, zette zich met zijn achterdeel er op, terwijl hij zich op de voorpooten, naar 't scheen, heen en weer bewoog, want de afdrukken van de klauwen waren hier in grooten getale te zien en de grond was door het veelvuldig neerzetten en de sterke drukking der zolen saamgeperst.

Op enkele plaatsen had hij met de klauwen sterk in den grond gekrabd; na het uiteenwerpen van een verschen drekhoop van een Eland, was hij op het spoor van dit wild voortgegaan; daarna begaf hij zich naar een broekland of moerassig gedeelte van het bosch; toen hij er 100 schreden ver in doorgedrongen was, ging hij plotseling links af naar het bosch terug, waaruit hij gekomen was, en deed van uit het moeras een sprong naar verscheidene Hazelhoenderen in het bosch, zooals uit de vederen bleek, die daar waren blijven liggen en het bewijs leverden van de overhaaste vlucht der overrompelde dieren.

Als verblijfplaats kiest zij bij voorkeur dichte struiken in de nabijheid van het water, ook wel broekland, dat met riet en struiken begroeid is; zij blijft echter niet beperkt tot de lage streken, maar komt ook in heuvelachtige gewesten en zelfs in bergstreken tot boven 2000 M. hoogte voor.

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek