Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


Dit was de jonkvrouw volstrekt niet onaangenaam, want zij gevoelde voor den onstuimigen minnaar met zijn ruwe manieren niet de minste toeneiging. Daarentegen hing haar hart met innige liefde aan den ridder van Brömser. Zoo werd, nadat de gebruikelijke engagementstijd verstreken was, de bruiloftsdag bepaald.

Toen heeft hij zich in zijn vertrek opgesloten en in droevig gepeins de verdere dagen doorgebracht, totdat frisch groen op het graf van zijn onzalig kind ontlook. Sedert dien tijd zijn er maanden verstreken, maar nog is er niet aan de beloofde boetkapel begonnen. Verbitterd heeft Hans Brömser zich steeds meer van de wereld afgezonderd en zich in de treurige eenzaamheid teruggetrokken.

Op het slagveld bij Moorgarten had een braaf landman den ridder tusschen een hoop dooden gevonden en hem, die uit vele wonden bloedde en vreeselijke pijn aan een beenbreuk leed, naar zijn boerenhutje medegenomen. Daar heeft de heer Georg Brömser vele maanden ziek gelegen, langzamerhand genas hij echter, maar moest nog lang veel pijn aan zijn been lijden.

De hartstochtelijke Grieksche vrouw schond de echtelijke trouw en vluchtte met haar geliefde, een bevriend ridder, die gastvrijheid op Liebenstein genoten had. Overstelpt van smart en schaamte, stortte de burchtheer zich van de tinnen van zijn vesting in de diepte. De burchten vervielen aan den ridder Brömser van Rüdesheim.

Hans Brömser heeft zich op het lijk geworpen en zijn gebaard gezicht lang en zwijgend in de plooien van het sneeuwwitte gewaad verborgen. Geen traan hing aan zijn wimpers. Voor de zielsrust van de dochter, die den sluier niet wilde aannemen, legde hij in de grootste treurigheid opnieuw een belofde af; hij zou een kerkje laten bouwen op den heuvel tegenover zijn vesting.

Toen gebeurde, wat geen der wapendragers ooit had durven hopen: De dappere kruisvaarders bestormden het Turksche slot in de zandwoestijn te Syrië en bevrijdden hun geloofsgenooten uit de vernederende gevangenschap. Uit dankbaarheid jegens God leende Hans Brömser zich op nieuw voor de heilige zaak. Toen keerde hij terug naar het vaderland aan den Rijn.

Daarop liet hij zijn stem dalen, en met plechtige woorden deelde Hans Brömser de verzamelde menigte zijn belofte mede, die hij in het heilige land in de grootste wanhoop afgelegd had. Toen weerklonk een gil door het ruime vertrek en het dochtertje van den ridder, nog witter dan het tafellaken, zonk bewusteloos ter aarde.

Eens kwam er een lieftallige gast op het eenzame slot. Met haar kwam er een zonnestraaltje in de donkere vertrekken. Een verre neef uit het geslacht der Brömsers van Rüdesheim was gestorven en op zijn sterfbed vertrouwde hij zijn eenig kind, een bloeiend meisje, aan de zorg van zijn bloedverwant, den heer van Sterrenberg Brömser toe.

De jonker van Falkenstein verhief zich met vlammende oogen en roode wangen, en sprak met vaste stem: "Mechtilde behoort mij, ze heeft in een plechtig uur beloofd, mij voor eeuwig te zullen toebehooren!" Met gefronst voorhoofd legde de burchtheer de fluisterende gasten het zwijgen op: "Mechtilde behoort den hemel toe en niet jou, knaap. Dezen eed deed de laatste Brömser en hij zal hem ook houden!"

In de rijk versierde staatsiezaal vierde Hans Brömser, omringd door zijn getrouwen, zijn gelukkigen terugkeer. Luide loftuitingen weerklonken in den kring der kruisvaarders; iedereen luisterde, toen de gevaren, die de helden doorleefd hadden, verhaald werden. Hoe hij voor het geloof gestreden en in gevangenschap der heidenen geleden had, vertelde de ridder met geestdrift aan de luisterende schaar.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek