Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


De heerschende kleur van zijn gevederte is prachtig aalbessenrood, dat in den nek en op het midden van de onderzijde in grijs overgaat. Zoowel de groote als de kleine bovendekveeren van den vleugel en ook de schouderdekveeren hebben witte spitsen, waardoor twee breede banden over den vleugel gevormd worden, die ook bij het wijfje en de jongen zichtbaar zijn.

Deze zijn dan zacht en fluweelachtig; de onder- en de bovendekveeren van den staart, welker baarden geen samenhangende vlag vormen, hebben zich aanmerkelijk verlengd, zoodat zij de stuurpennen nagenoeg geheel bedekken; deze zoowel als de slagpennen hebben haar bruine kleur behouden; de bovenkop, de wangen, de borst, de zijden en de buik zijn fluweelachtig zwart, de overige lichaamsdeelen vermiljoenrood met karmijnkleurige tint, behalve de mantel en de schouders, welker tint bruinachtig is; de slagpennen en vleugeldekveeren zijn aan haar rand aanmerkelijk lichter gekleurd dan in het midden, waardoor op den donkerbruinen vleugel een vaalbruine teekening ontstaat.

De vleugels en de staart zijn kort, gene afgerond, deze uit 12, meestal zachte pennen samengesteld; de bovendekveeren zijn niet verlengd. De middelmatig lange loop draagt lange teenen en klauwen; de achterteen is goed ontwikkeld en rust over zijn geheele op den grond, daar hij op gelijke hoogte met de voorteenen aan den loop is gehecht.

De snavel is in den regel zeer kort en hoog. Totale lengte 12,5, staartlengte 6 cM. De meest in 't oog vallende kleur van het vederenkleed is fraai olijfgeelgroen; de rand van het voorhoofd, een streep boven de oogen, de achterste gedeelten van de wangen, de kin en het voorste deel van de keel zijn helderder, meer geel van kleur; het onderste deel van de borst, de buik, de onderdekveeren van den staart en de rand van den vleugel zijn helder citroengeel; de handpennen zijn grootendeels zwart, aan de spits echter grijs, terwijl bovendien de buitenvlag van de zes eerste, met uitzondering van het dichtst bij den top liggend derde deel, hoog citroengeel is; de armpennen en hare dekveeren zijn zwart, aan de buitenzijde aschgrauw, de overige bovendekveeren van den vleugel olijfgeelgroen, alle slagpennen op de binnenvlag bij den wortel met een witten rand voorzien, de middelste staartpennen geheel, de andere alleen aan de tophelft zwart en overigens citroengeel.

De zijden van den kop zijn kaneelroodbruin, de staartwortel en de bovendekveeren van den staart iets donkerder, de mantel en de schouders vaalroestbruin, de zijden van den romp van boven met breede, zwarte, iets lager met donkerbruine schaftstrepen; de slagpennen en stuurpennen zijn zwartbruin, de binnenvlag van de beide buitenste stuurpennen heeft breede, witte eindvlekken.

Haar rug is grijsbruin, met zwartbruine en grijswitte, overlangsche vlekken geteekend; de rug en de bovendekveeren van den staart zijn grijs; de onderzijde is grijswit, de keel echter fraai zwavelgeel, de kruin grijs, aan de zijden en op den voorkop met olijfbruine streepjes; boven het oog komt een lichtere streep voor; de staartveeren hebben op de binnenvlag aan den top een witte vlek.

De meest bekende Australische soort is de Reuzen-ijsvogel (Halcyon giganteus). De kop, de hals en alle onderdeelen zijn wit, vuil roestkleurig vaal getint; de teugel en een breede streep over de oorstreek, een breede vlek op het midden van de kruin en den achterkop, de mantel, de schouders en de vleugeldekveeren zijn bruin, de laatstgenoemde (de middelste althans) aan de spits met teer berylblauwen zoom; breede, zwarte dwarsbanden versieren de roodbruine bovendekveeren van den staart en de roodachtige stuurpennen; de laatstgenoemde hebben breede, witte eindzoomen. De iris is donkerbruin, de bovensnavel zwart, de ondersnavel lichtgeel, de poot donkerbruin. Totale lengte 45

De bovenzijde is bruin- of grauwzwart met witachtige vederkanten, de onderzijde heeft dezelfde kleur met uitzondering van kin en buik, die wit zijn; de staart is aschgrauw; de bovendekveeren van den staart zijn zwart met witten top, de onderdekveeren wit met lange, donkere schaftvlekken. Het zomerkleed is bruinachtiger.

Het vederenkleed is grootendeels glanzig staalgroen, met staalblauwen weerschijn op de kleine bovendekveeren van den vleugel, de uiteinden van de langste schouderveeren, den staartwortel en het onderste deel van de borst; donkerbruin met bronskleurigen weerschijn op den mantel, de schouders, den onderrug, den buik en de schenkels; de grootste bovendekveeren van den vleugel, de schaften van de verlengde halsveeren en de beide vederpluimen aan den hals zijn wit, de slagpennen en staartveeren zwart, naar buiten met donkergroenen schijn, de snavel en de voeten zwart.

Zij is gekenmerkt door een krachtigen, zijdelings samengedrukten snavel met lange, naar onderen gekromde spits; op de washuid groeien eenige borstelige veertjes. De krachtige pooten hebben een tamelijk langen loop en lange teenen, die met harde, sterk gekromde nagels gewapend zijn. De lange, spitse vleugels reiken in den toestand van rust ver voorbij de bovendekveeren van den staart.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek