Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Ik veronderstel, dat de minder juiste redactie op 't oog had de in die nummers genoemde personen onder dezelfde strafbepaling als den bordeelhouder te willen laten vallen, zonder hem nu juist met dezen gelijk te stellen. Art. 4 straft de vrouw die zich prostitueert. Art. 5 treft dezelfde feiten, die de Engelsche Crim. Law Amendment act van 1885 in art. 8 straft.

Deze wet van 11 Sept. 1899 zijnde "de Wet op Ontucht" bevat de volgende in verband met dit onderwerp te vermelden artikelen: Art. 2, 4, 5, 9. Art. 2 al. 1 verbiedt het houden van bordeelen. Een zevental nummers van art. 2 al. 2 werkt het begrip bordeelhouder zeer uit en stelt met dezen de meest verschillende personen gelijk b.v. ook den souteneur.

Doch gesteld het geval, dat er toch een bordeel in strijd met de wet bestaat, en dat daarvoor meisjes door een placeur geleverd worden, dan wordt wel de bordeelhouder gestraft, doch alleen voor het feit, dat hij gelegenheid geeft tot het plegen van ontucht. De misleider der meisjes loopt vrij rond. Is 't soms mogelijk, dat ook ten opzichte van hem met de artt. 180 en 181 gerechtigheid geschiede?

Allereerst is het van belang te weten of in het geval, dat een makelaar met een of meer meisjes zich tot een bordeelhouder wendt, met wien hij geen afspraak heeft en van wien hij geen last ontving, zou mogen aangenomen worden, dat bij den bordeelhouder bestaat een volkomen geïndetermineerd opzet om te koppelen.

Het dilemma wordt den meisjes dan voorgehouden òf in het bordeel te verblijven, òf daaruit weg te gaan om in vrijheid zijnde, op aangifte van den bordeelhouder terstond wegens valschheid vervolgd te worden en daarna wederom een toestand van onvrijheid in de gevangenis te ondergaan.

De wetenschap van de minderjarigheid zal bij den placeur hoogst moeilijk bewezen kunnen worden; het zal gemakkelijker gaan, indien het bewijs geleverd is, dat hij opzettelijk valsche legitimatiepapieren aan den bordeelhouder verschaft heeft. Wanneer de vrouw klaarblijkelijk zeer jeugdig er uit ziet, kan de leer van het opzet bij mogelijkheidsbewustzijn toepassing vinden.

Het woord "inmate" kan toch slechts betrekking hebben op eene pensionnaire van een bordeel; ik noem b. v. een dienstmeisje of werkster in een bordeel niet een "inmate of a brothel." Art. 2 ^. treft niet den bordeelhouder, die een meisje overhaalt in zijn bordeel in dienst te gaan, terwijl hij den waren aard van het huis verbergt.

De prijs der blanke slavin varieert, zooals ik reeds zeide; hij is natuurlijk afhankelijk van de oeconomische wet van vraag en aanbod en van de hoedanigheden, die ik zooeven opnoemde. Zij is een bron van inkomsten zoowel voor den placeur, als voor den bordeelhouder; deze laatste berekent, wat hij voor haar zal betalen, naar hetgeen hij veronderstelt dat zij hem in zijne affaire op zal brengen.

Het luidt: "De bordeelhouder, die in het huis, waarin hij zijn bedrijf uitoefent, eene niet tot zijn gezin behoorende vrouw opneemt, zonder haar vooraf, op voor haar verstaanbare wijze in tegenwoordigheid van den burgemeester of van den door dezen aangewezen ambtenaar, op diens bureel te hebben bekend gemaakt met het bedrijf, dat in dat huis wordt uitgeoefend, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 3 maanden of geldboete van ten hoogste 300 gulden". De bedoeling van den Heer van Houten was goed; hij wilde eene strafbepaling in het leven roepen tegen hen, die personen, vooral minderjarige vrouwen, wie de bestemming van het huis onbekend is, in een bordeel lokken.

Een meisje kan dus niet teruggehouden worden, omdat de bordeelhouder een paar dagen te voren een paar honderd gulden voor haar aan een placeur gegeven heeft en hij deze op de debetzijde van het meisje geplaatst heeft.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek