United States or Hong Kong ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een meisje uit Parijs reflecteerde op een advertentie, waarin een kinderjuffrouw in Amsterdam gevraagd werd. Zij werd aangenomen en bij haar aankomst alhier werd zij door eene bekende koppelaarster aan 't station afgehaald. Deze bracht haar in een bordeel op de Heerengracht. Na eenigen tijd vond zij gelegenheid chanteuse te worden.

Zij luisterde daarnaar en verviel van kwaad tot erger, telkens hopende een reddende hand te zullen vinden, die haar van haar schandelijk leven zou verlossen en altijd bevreesd dat haar broeder of hare voogden zouden te weten komen, welk leven zij leidde. Zoodra zij in een bordeel aangeland was, bemerkte zij geen meester meer te zijn over zich zelve.

Door bedriegelijke middelen maken vele individuen er hun werk van vrouwen en meisjes aan een ontuchtig leven over te leveren; dit geschiedt meestal door plaatsing in een bordeel; door misleiding, waarbij dikwijls misbruik gemaakt wordt van onwetendheid en onervarenheid, brengen zij ze in een toestand, waarin eerbaarheid en, in verband met deze, gezondheid en vrijheid in gevaar komen, terwijl zij 't oogmerk hebben deze in gevaar te brengen.

Onverschillig is het voor dit misdrijf, of de vrouw nog onschuldig is of niet. Op welke wijze en waar het meisje zich aan de prostitutie overgeeft is eveneens van geen belang. Het is zeer juist ingezien, daar toch voor den meisjeshandel het lokken in een bordeel geen vereischte is. Art. 2 .

Eveneens straft de wet hem of haar, die eene prostituée op haar uitdrukkelijk verlangen eene plaats bezorgt in een binnen- of buitenlandsch bordeel, 't Spreekt van zelf dat dit te veel ingrijpt in de individueele vrijheid van doen en laten. Art. 2 4o.

Van Hongkong werden negen meisjes gebracht aan boord van een naar Australië vertrekkend stoomschip. Twee dezer waren bestemd voor Singapore, waar zij in een bordeel geplaatst werden. Een dezer laatsten werd spoedig door een bordeelhouder eerst naar Batavia en van hier naar Sumatra gebracht.

Het artikel, dat onze aandacht vraagt is art. 27. Het straft hem, die teweegbrengt dat een vrouw of meisje vleeschelijke gemeenschap heeft met een derde. Eveneens hem, die een bordeel houdt of zijn huis, geheel of gedeeltelijk voor ontuchtige doeleinden beschikbaar stelt. Art. 27 straft dus weer alleen koppelarij door directe bemiddeling.

Doch het schijnt, dat dit toch het doel geweest is. In hoeverre beantwoordt nu het artikel aan dit doel? Slechts voor een zeer klein gedeelte en wel dan wanneer degenen, die personen, vooral minderjarige vrouwen, wien de bestemming van het huis onbekend is, in een bordeel lokken, toevalligerwijze juist zelf de bordeelhouders zijn, wat in het gros der gevallen niet zoo is.

Er bestaat eene missive van den Minister van Justitie Godefroi dd. 7 Juni 1860 no. 162 houdende bepalingen ter voorkoming en voorziening, dat vrouwen in de huizen van ontucht, alwaar zij zich bevinden, tegen haar verlangen worden teruggehouden. Deze missive vaardigde de Minister uit naar aanleiding van een geval, dat een meisje in een bordeel als 't ware gevangen gehouden werd.

In die gemeenten, waar het houden van een bordeel op straffe verboden is, moest de wet verlof verleenen, dat de dienaren der politie bij vermoeden van overtreding zoo ruim mogelijke bevoegdheid verkrijgen, b. v. met schriftelijke toestemming van het hoofd der plaatselijke politie, de verdachte huizen binnen te treden.