Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 mei 2025
De bovenste laag moet uit deze kruiden bestaan, en dan wordt alles overgoten met raauwen azijn tot het goed onderstaat. Oostindische kers. Men plukt de zaden als zij nog zacht zijn; men wascht ze, bestrooit ze met zout, en droogt ze den volgenden dag tusschen een doek af, waarop men ze met heele peper, nagelen, veel dragon en mierikswortel er bij in een pot legt, en met azijn overgiet.
Men bestrooit het vleesch met wat zout, legt het in kokende boter en spek, laat het daarin eene lichte kleur krijgen, en giet er dan 3 deelen kokend water tegen één deel azijn over. Daarbij voegt men chalotten, laurierbladen, nagelen, peper, dragon en een bord vol gesnipperde, versche augurken. De bout wordt onder gedurig bedruipen, maar in eene gesloten pan, gedurende drie uren gebraden.
Hierop smeert men het deeg zoo dik als het brood zelf is; men legt de stukjes in een braadschotel met wat gesmolten boter, bestrooit ze met gestooten beschuit, legt nog een klein stukje boter op ieder reepje, en zet ze zoo gedurende 1 1/2 uur in een niet al te warm gestookten oven. Om koud gebraad te gebruiken.
Daarna legt men de dekseltjes weer op de tomaten, rangschikt ze in een vuurvasten schotel, bestrooit ze met een weinig zout en tamelijk veel gestampte beschuit, die men besproeit met afgekoelde bruin gebakken boter, waardoor men een weinig soja heeft geroerd.
Hiermede vult men de taartjes; men slaat geschuimd eiwit, met suiker en vanille, strijkt er dit overheen, en bestrooit het met gehakte amandelen, waardoor suiker is gemengd. Zij kunnen eene goede hitte verdragen. Couverts met confituren. Een deeg, volgens No. 2 of 7, wordt zeer dun uitgerold en met het taartenradje aan ruiten gesneden, van ongeveer 15 duim in het vierkant groot.
Men bestrooit hem met kaneel en suiker. Desverkiezende, kan men hem hiermede ook inwendig bestrooijen en er dan wijn-, rhum- of vruchtensaus bij geven. Zooveel gepulveriseerd zout van hertshoorn, als men op de punt van een mes nemen kan, door het eiwitschuim gemengd, bevorderd zeer het rijzen.
Alles wordt in een goed besmeerden taartenvorm gedaan, en met een mengsel van gehakte amandelen, suiker en kaneel bestrooit. Men laat den koek rijzen en bakt hem bij middelmatige warmte. Boterkoek.
Vervolgens laat men ze op aarden schotels uitgespreid, in den fellen zonneschijn of in een matig gestookten oven, langzaam droogen, zonder dat zij hard worden, bestrooit ze dan met suiker, en bewaart ze in steenen potten. Pondsperen zijn de besten. Gedroogde pruimen.
Men snijdt ossenlappen aan lange repen, die men dan nog eens goed met het klophout slaat, bestrooit ze, niet al te dik, met een mengsel van fijn zout, gestooten nagelen en foelie, of, in plaats van deze kruiderijen, met eenige gestooten jeneverbessen, en legt daarover dunne reepjes spek. Dan rolt men de repen op en bindt ze met een draad vast.
Men bestrijke het met geklaarde boter, doet dan het noodige beslag er in en bakt de wafel aan beide zijden bruin. Men bestrooit de wafel gewoonlijk met poedersuiker en kaneelpoeder. Weenertaart. Roer 200 gram boter tot room, voeg er aan toe 200 gram suiker, de dooiers van 8 eieren, 50 gram zoete amandelen en het geraspte geel van een citroenschil.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek