United States or Marshall Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


In Afrika vindt men in plaats van de Stinkdieren de Bandbunzingen, die door hun vorm en andere uitwendige eigenschappen veel op de dieren van de vorige groep gelijken; hun gebit komt echter meer met dat van de Marters dan met dat van de Stinkdieren overeen. Zij hebben behaarde zolen. Bij voorkeur houdt hij zich in rotsachtige gewesten op.

Zijn romp schijnt wegens de dichte en zachte vacht plomper dan hij is; de lang behaarde kop is zeer breed en kort, de snuit eveneens; de lange staart is slap en ruig behaard, ziet er derhalve zeer dik uit; de ooren zijn klein en afgerond, de oogen klein; de korte pooten hebben dicht behaarde zolen, die slechts met de voorste helft den grond aanraken, en korte teenen met sterk gekromde klauwen.

Was hij, de uitmuntende jager, niet in het land waar de natuur al de wilde dieren der schepping scheen vereenigd te hebben, en al het behaarde en gevederde wild der oude en nieuwe wereld? Had hij, de moedige bergbeklimmer, niet de ontzagverwekkende bergketen van Thibet bij de hand, die de hoogste toppen van den aardbol telt?

Aan de groote nachtoogen en aan de steeds goed ontwikkelde ooren, met soms haarlooze, soms behaarde oorschelp, als ook aan de zachte, dichte, wollige, slechts bij uitzondering stijvere beharing kunnen de Halfapen gemakkelijk als schemering- of nachtdieren herkend worden. Het gebit biedt, wat de rangschikking, den vorm en het aantal der tanden betreft, grooter afwisseling aan dan bij de Apen.

Op de bloemen volgen aardige besjes, die het voorkomen hebben van kleine aardbeien, doch geheel smakeloos zijn. Een zeer verspreide plant is ook de Saxifraga sarmentosa, afkomstig uit China en Japan. Zij heeft sterk behaarde, sierlijk geaderde bladeren en maakt talrijke, roodachtige ranken.

De middelste teen van den achterpoot is langer dan de overige teenen; de korte buitenteen is zoo hoog geplaatst, dat hij den grond bijna niet aanraakt. De zeer lange, krachtige, dicht en ruig behaarde, aan den oorsprong nog dunne staart, wordt door de overvloedige beharing naar de spits toe dikker en loopt uit in een stomp eindigenden haarkwast.

Deze vormen een overgang van de Groote Beren tot de Civetkatten, en onderscheiden zich vooral door hunne voeten, welker behaarde zolen en meer of minder terugtrekbare klauwen eenigszins aan die van de Katten herinneren. Hij is kleiner dan onze Gewone Landbeer, van 't puntje van den staart tot aan de spits van den snuit ongeveer 1.5 M. lang.

Dit maaksel van den voet heeft tengevolge, dat de Katten bij het loopen nimmer een spoor achterlaten waarin de afdruksels van de klauwen waarneembaar zijn; de onhoorbare gang daarentegen wordt veroorzaakt door de zachte, dikwijls dicht behaarde ballen op de gedeelten van den teen, die met den grond in aanraking komen. De Katten zijn sterke en uiterst behendige dieren.

Haren en baard waren woest en lang; en het geheel maakte den indruk van een woud, waar nooit een houthakker aan 't werk was geweest, maar waar langs bijna onbegaanbare paden, vroolijke vogels zongen en zonnestralen spelend langs stammen gleden. De vroolijke vogels zongen in de oogen van den man, en om zijn behaarde lippen glimlachte de zon. Hij droeg op den rug een half gevulden linnen zak.

Wat haar algemeene gedaante betreft, vertoonen echter vele Muizen een toenadering tot andere familiën van de Knaagdieren-orde: stekelig bovenhaar herinnert aan de Stekelzwijnen; echte zwemvoeten, korte ooren en pooten doen aan de Bevers denken; een dicht behaarde staart roept ons het beeld van den Eekhoorn voor den geest enz.