Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juli 2025


Het wemelde namelijk van allerlei soorten van dat landloopers gilde, over het geheele Indische schiereiland verspreid. De meesten vertoonden valsche wonden en gebreken, als de Clopin-Trouillefous der middeleeuwen. Doch, mogen de bedelaars van bedrijf meestal voorgewende gebrekkigen zijn, met de dweepers is dit niet het geval.

De menigte kampeert vaak in de open lucht en bij den Girnar worden logeerhuizen voor de armen ingericht, waar de menschen ook kosteloos worden gevoed. De bedelaars van beroep, de sadhoes, schuilen waar ze maar kunnen, dikwijls tusschen de ruïnen.

Armen en bedelaars treft men bij hen niet aan, zij komen allen op eerlijke en fatsoenlijke wijze aan den kost.

Dit klooster bezit hoogvereerde relieken, waaraan monarchen en bedelaars om strijd hulde komen bewijzen; in zijne ruime gangen en hoven dwaalt het ontzaggelijke spooksel om, waarvan de gedachte alleen den kozak in zijne tent, en den kabeljauwvisscher in zijne schuit, eene siddering door de leden jaagt.

Inderdaad was deze herberg een broeinest van ongerechtigheden, en het leven daar werd Guzman zóó ondragelijk, dat hij met het kleine beetje geld, dat hij gespaard had, en de opbrengst van zijn jas en vest, met de noorderzon vertrok, en zich bij een troep voorbijtrekkende bedelaars voegde.

Van den ganschen Etna kwamen gele, prachtig beslagen en geverfde karretjes vol menschen aanrollen, getrokken door paarden met versierde leidsels. Zieken, bedelaars en blinde zangers waren in grooten getale opgekomen. En er waren heele pelgrimstochten van arme ongelukkige menschen, die nu na de ongelukken iemand hadden om voor te bidden.

Ze zijn sterk genoeg om stand te houden zoo lang de wereld staat. En om beurten houden Gierig en Gulzig, de wilde honden, de wacht tot de goden vergaan zijn. Eens had een vreemdeling den brandgloed doorbroken en naderde den burcht, waar bedelaars niet lang blijven kunnen. Maar deze liet zich door Wodan niet weren.

Bedelaars zag ik, maar naar mij dacht niet veel meer dan in de groote steden van het »welvarende« Nederland en zeker veel minder dan in Berlijn. Dien Zondagmorgen dat Kalinina mij meenam op haar inspektie-tocht door de stad, zag ik vele duizenden kinderen bijeen. Men zei mij, dat ze tot de allerarmste behoorden, tot de onderste lagen der bevolking.

Deze ongelukkigen bewogen zich het liefst op de drukste plaatsen, in de hoop dan wat meer te zullen ontvangen, ten spijt van de vele bedelaars van alle soort, menschen met één arm, manken, lammen, geheele scharen van blinden door éénoogigen geleid en die duizenden werkelijk of voorgewende verminkten, waarvan de steden in het Bloemenrijk wemelen.

Zulke verzamelingen kan men in het najaar, als het broeden en het ruien afgeloopen zijn, in onze woonplaatsen, op onze velden zien; zulke vereenigingen verschijnen des winters op de erven der boerderijen en in de straten der steden als bedelaars; zulke bondgenootschappen blijven ook in den vreemde bestaan.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek