Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bij Lodève zijn de voetsporen vergezeld van die van eenen slependen staart. Dat dier, half salamander, half krokodil, was over het geheele lichaam bedekt met fijne hoornachtige schubben. De ledematen waren kort maar krachtig; de weinige harmonie tusschen voor- en achterpooten wijst op de eigenschappen van een springend dier, maar logger dan de tegenwoordige amphibiën.

Liever wil ik hem houden voor eene verbastering van den franschen geslachtsnaam Malfait, voor de weêrga dus van den franschen naam Bienfait, die ook in Nederland als geslachtsnaam voorkomt. Aan de namen van amphibiën en dergelyke dieren zijn slechts weinig geslachtsnamen ontleend. Eigenlik geen andere als die van den kikvorsch en de padde.

De talrijke weekdieren dienden tot voedsel van de visschen en de amphibiën, waarvan de verschillende soorten de zee bevolkten. In de keuperperiode komen de landdieren slechts in geringen getale voor. Heer heeft tevergeefs naar insecten gezocht in die formaties in Zwitserland; alleen in de leiachtige klei heeft hij twee soorten van schildvleugelen gevonden.

Door deze eigenaardigheden toonen zij op onmiskenbare wijze hun verwantschap met de Vogels, de Kruipende Dieren en de Amphibiën; terwijl daarentegen uit het bezit van den buidelbeenderen aan het bekken hun betrekking tot de Buideldieren blijkt.

In het hoog opschietende gras verschuilt zich de Jagoear en overmeestert met vasten sprong menig Paard, menig veulen. Weldra zwellen de stroomen en dezelfde dieren, die gedurende een deel van 't jaar van dorst versmachten, moeten als Amphibiën leven.

Bovendien eten zij Kruipende Dieren, Amphibiën, Visschen, Schaaldieren, Insecten of honig, ooft, veld- en tuinvruchten, ja zelfs boomknoppen, uitspruitsels, wortels, gras en mos.

Over dag liggen zij verborgen en slapen in holle boomen, in rotsspleten en in onderaardsche holen, die zij zelf graven; des nachts springen en huppelen zij vlug heen en weer om een prooi te overmeesteren. Hun gewone voedsel bestaat uit Wormen, Insecten, Amphibiën, Vogels en kleine Zoogdieren; zij eten echter ook bessen en wortels.

Wel is het waar, dat de amphibiën en de kruipende dieren reeds dagteekenen uit de steenkoolperiode, misschien zelfs uit het devonische tijdperk, doch eerst in het permische tijdperk ontwikkelen zich de amphibiën, terwijl de kruipende dieren eerst in het secundaire tijdperk, en vooral in de Juraperiode, eene hoofdrol zullen spelen.

Zijn volkomen naakte rolstaart maakt hem het klimmen gemakkelijk; men ziet hem in geen enkele houding, zonder dat hij zich met dit orgaan vasthoudt. Op den grond beweegt hij zich langzaam en slecht; toch ziet hij kans om kleine Zoogdieren, Reptielen, Amphibiën en Insecten te overmeesteren, vooral ook Kreeften, die zijn liefste voedsel uitmaken.

De Dimorphodon Macronyx, de Ramphorynchus, en andere dieren, nog barbaarscher dan hunne namen, zetten zich op de boomen neder en klommen met handen en voeten tot boven op de rotsen, wierpen zich in de lucht, terwijl zij hunne vliezige valschermen openden, en wierpen zich als amphibiën in de wateren.