Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Korte dekschilden, die het geheele achterlijf onbedekt laten. De larven gelijken veel op die der loopkevers. Volwassen kevers en larven voeden zich met levende insekten of met rottende organische zelfstandigheden. Knotssprietigen hebben sprieten, welker laatste leden dikker zijn dan de eerste leden.

"Het Sijsje is," zegt Naumann, "altijd opgewekt, flink en driest; het houdt zijne veeren steeds netjes, hoewel het ze meestal niet tegen het lichaam aanlegt; het beweegt zich vlug in alle richtingen, keert en draait dikwijls het achterlijf van links naar rechts en van boven naar beneden huppelt, stijgt en klimt voortreffelijk, kan met den kop naar onderen aan den top van een heen en weer schommelend takje hangen, langs loodrechte, dunne loten buitengewoon snel op en neer wippen en doet in al deze opzichten niet veel onder voor de Meezen.

Zij trekken daartoe de achterpooten naar voren onder den romp en lichten intusschen het achterlijf op, waardoor het geheele lichaam een stoot naar voren ontvangt; de handwortel en vooral de klauw van den duim doen hierbij geen anderen dienst, dan dat zij het voorste gedeelte van 't lichaam ondersteunen. Toch kunnen eenige soorten bijna zoo snel vooruit komen als een Rat.

Fabelachtige wezens, zoo als de chins-chins eene soort van centauren, half mensch, half paard, met iets als het achterlijf van een paard, waaronder slingerende, uitgerafelde broekspijpen te voorschijn komen, hollen, met onbesuisde sprongen, naast den heiligen ridder.

De tong van de werkbijen is spatelvormig aan het eind en voorzien van gevoelige haartjes; de tong van de koningin is korter, de spatel kleiner en de haartjes zijn langer. De werkbij heeft een gecompliceerd systeem van afscheidende schijfjes onder de hoornachtige platen van het achterlijf; bij de koningin zijn die afwezig en zelfs niet de allerminste aanduiding is er van te ontdekken.

Vier naakte, vliezige vleugelen met een netwerk van aderen; achterlijf verlengd en zonder stekels of legboor; larve zespootig; metamorphose verschillend. Pop onbeweeglijk. Pop beweeglijk. Chauliodes. Bovenkaken en door een helm bedekte onderkaken. Twee rechte vleugels, overlangs opgevouwen en bedekt door bijna vliezige elytren.

Wanneer een zwerm wordt opgevangen, zelfs reeds een korte poos na het uittrekken, kan men de kleine witte wasschubjes tusschen de ringen van hun achterlijf zien uitkomen, en dikwijls gebeurt het dat zij in de algemeene verwarring afvallen en verloren gaan. Wat bij het opmerken van de bijen wel het allermoeielijkst is na te gaan, is juist het bouwen van de raten.

Dan draait zij zich om, terwijl de bijen voor haar uitwijken en gaat een paar passen vooruit, zoodat het achterlijf juist boven de cel komt; daarna drukt zij het er diep in en blijft zoo een oogenblik staan. Dan gaat zij weer verder over de raat en onmiddellijk hernemen de wachters haar post en manoeuvreeren haar naar de volgende leege cel.

Het fijne verbindingslid tusschen het achterlijf en het borststuk is feitelijk een hoofdverbinding en wordt door een reeks van krachtige kruisspieren in beweging gebracht; de bij stuurt nu zichzelf in de lucht, door haar achterlijf als tegenwicht te gebruiken.

Zoolang zij niet verontrust worden, zwemmen zij gewoonlijk rechtuit, waarbij het achterlijf diep onder, de kop daarentegen tot op twee derde van zijn hoogte boven het water wordt gehouden, terwijl de staart gestrekt is. Alleen de achterpooten dienen voor het roeien; de voorpooten nemen aan dezen arbeid evenmin deel als bij den Bever.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek