United States or Qatar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Slurf uit twee stukken bestaande zonder scheede, een buisvormige snuit gelijk en spiraalvormig opgerold in rust. Vier vliezige vleugels, bedekt met gekleurde en meelachtige schubben. Larf met acht tot zestien pooten; pop onbeweeglijk. Sprieten priem- of borstelvormig. Tinea. Phalaena. Sprieten ergens verdikt. Bek met bovenkaken, meest begeleid door onderkaken.

Mijn wandelingen over het eiland voerden mij een paar keeren naar een dorp, aan den rand van een lagune gelegen, die vrij diep landwaarts in drong; de hutten waren alle van riet en bamboes opgetrokken; maar het huis van het hoofd was gemakkelijk herkenbaar aan de heg er omheen en aan de groote schelpen en onderkaken van varkens, die het dak versierden.

Mijn wandelingen over het eiland voerden mij een paar keeren naar een dorp, aan den rand van een lagune gelegen, die vrij diep landwaarts in drong; de hutten waren alle van riet en bamboes opgetrokken; maar het huis van het hoofd was gemakkelijk herkenbaar aan de heg er omheen en aan de groote schelpen en onderkaken van varkens, die het dak versierden.

Uiterlijk schijnen zij tot ander vee in ongeveer dezelfde betrekking te staan, als bul- of mophonden tot andere honden. Hun voorhoofd is zeer kort en breed; de punt van den neus keert zich naar boven, en de bovenlip ligt ver naar achteren; hunne onderkaken steken voor de bovenste uit en hebben eene overeenkomstige kromming, ten gevolge waarvan hunne tanden altijd bloot liggen.

Larf als het volwassen insect, maar zonder vleugels of dekschilden; beweeglijke pop. Truxalis. Phasma. Boven- en onderkaken. Twee vliezige vleugels, in rust overdwars gevouwen en onder twee kortere harde of leerachtige schilden. Larf zespootig, blind en met beschubden kop; pop onbeweeglijk. Twee of drie leden aan alle tarsen. Pselaphus. Eumorphus. Vier leden aan alle tarsen. Cryptocephalus.

Familie mieren. Zeer groote bovenkaken; onderkaken en onderlip niet snuitvormig verlengd. Arbeidsters ongevleugeld; de mannetjes en vruchtbare wijfjes hebben vleugels. Achterlijf met het borststuk verbonden door een steeltje. Alle vrouwelijke mieren, ook de arbeidsters, hebben giftklieren; sommige soorten hebben een' angel en steken op de wijze der bijen en wespen.

Vier naakte, vliezige vleugelen met een netwerk van aderen; achterlijf verlengd en zonder stekels of legboor; larve zespootig; metamorphose verschillend. Pop onbeweeglijk. Pop beweeglijk. Chauliodes. Bovenkaken en door een helm bedekte onderkaken. Twee rechte vleugels, overlangs opgevouwen en bedekt door bijna vliezige elytren.