Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


In het jaar 1790 werd een exemplaar buit gemaakt in de haven van Kiel; in 1830 spoelde, volgens Naumann, een doode Reuzenalk op de kust van Normandië aan.

De oorzaak van dit verschijnsel is hierin te zoeken, dat de wisseling van bevolking tusschen Noord- en Zuid-Nederland sedert de laatste helft der vorige eeu en sedert het begin dezer eeu heeft stilgestaan, of althans, vooral sedert de tweede scheiding tusschen Noord en Zuid, sedert den jare 1830, van zeer geringe beteekenis is geweest.

Elke nieuwe onderneming was een nieuwe zegepraal. Ongelukkig brak, te midden van al deze werkzaamheid, een hevige crisis, de omwenteling van 1830, uit, die den arbeid tot stilstand doemde; ondanks een zeer aanmerkelijk actief scheen schorsing der betaling onvermijdelijk. John Cockerill stierf te Warschau, misschien gedood door de gedachte dat zijne stichting ten ondergang was gedoemd.

Integendeel, de stof had Wergeland reeds jaren bezig gehouden, maar de denkbeelden zijn die van den tijd, en de gebeurtenissen van 1830 hebben het gedicht van meer dan 700 bladzijden doen rijpen. Toen Wergeland eenmaal was begonnen te schrijven, ging het met een verbazende snelheid voort; het manuscript van het begin ging naar de drukkerij, terwijl de dichter bezig was met de volgende vellen.

Ze hebben ook druk getheologiseerd: Van der Hoeven zou theoloog worden, en is in Utrecht Remonstrantsch predikant geweest. D. D. heeft een godsdienstige opvoeding genoten en omstreeks 1830 beteekent een godsdienstige een orthodoxe opvoeding. Reeds als kind zijn de dogmatische voorstellingen geen klanken voor hem: de vrees voor hel en verdoemenis lééft in hem.

Vele vraagpunten, door de omwentelingen van Frankrijk en van België in 1830 geweldiglijk opgeworpen, waren nog onbeslist gebleven. De onderhandelingen, tusschen de mogendheden machteloos zijnde om tot vereffening te leiden, dreigden eenige der belanghebbende landen, door de wapenen hun recht te doen gelden.

Hij erkent zelf, dat hij gedurende zijn loopbaan in het leger er de gevolgen van heeft bespeurd: "Het lag in myne inborst," schrijft hij in "De omwenteling van 1830," "voor den mensch immer te zwichten, wanneer hy zich, als persoon, dreigend tegenover my stelde.

Wat ik hier vertellen wil, is voorgevallen, kort na 1830, toen de vrijwilligers van generaal Niellon, in de dorpen der Antwerpische Kempen, bij de boeren gelogeerd waren, om daar op het hernemen van den oorlog te wachten. Ik zie nog, in mijnen geest, de herberg van baas Kobus Noppe, waar het Bonte Kalf uithing.

Men zag gedurende vijftien jaren, in vollen vrede, in volkomen openbaarheid deze groote beginselen werkzaam, die zoo oud voor den denker, zoo nieuw voor den staatsman zijn: de gelijkheid voor de wet, de vrijheid van geweten, de vrijheid van spreken, de vrijheid der drukpers, de toegankelijkheid van alle bedieningen voor alle bekwaamheden. Dit duurde tot in 1830.

't Was in 1830 voor Lodewijk Filips het geluk dat hij prins Egalité was, dat hij in zich de tegenspraak der restauratie en der revolutie droeg, dat hij die verontrustende zijde van den revolutionnair had, die bij den regeerder geruststellend wordt. Nooit paste een mensch beter bij een gebeurtenis; de een ging in de andere over, en een nieuwe menschwording ontstond.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek