United States or New Caledonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een harer leden, Philippe-Aimé, in 1786 te Colmar geboren, is een der schrijvers van de Antiquités de l'Alsace, die hij met Godfried Schweighäuser heeft uitgegeven. Schweighäuser was de zoon van den geleerden hellenist, den uitgever van Appianus, Athenæus en Polybius; hij was professor in de klassieke letterkunde aan de hoogeschool te Straatsburg.

Aanvankelijk door ziekte verplicht tot tweemaal toe verlenging van verlof aan te vragen, bleef hij van half September 1786 tot Juni 1788 op Corsica en keerde toen eerst naar zijn inmiddels naar Auxonne verlegd regiment terug; alleen van October tot December 1787 was hij tijdelijk naar Frankrijk opgeroepen met het oog op de vrees van oorlog met Pruisen ten behoeve van Nederland.

Pieter Leeghwater, wonende te Koog, geboren in 1786, die een zoon is van den in 1807 overledenen Jan Cornelisz. Leeghwater en diens eerste vrouw Ariaantje Heertjes. Trijntje Leeghwater, geboren in 1797, eene dochter van voorn. Jan Cornelisz. Leeghwater en diens 3de vrouw Maartje Kuik. Deze is gehuwd aan Pieter Haremaker te Zaandijk; en Cornelis Jansz. Honig, zoon van den Heer Jan Cornelisz.

De grensscheiding was in het vredesverdrag niet nauwkeurig bepaald, doch nader werd die omschreven in het verdrag van 28 Sept. 1664; later kwam er in 1715 een nieuw, gewijzigd grensverdrag tot stand. Nog herhaaldelijk hadden er grenswijzigingen plaats, o. a. in 1718 en 1786.

Het Journal de Trévoux, dat in 1786 van die beide voorwerpen gewag maakt, noemt ze zeer zeldzame en schoone kunstwerken, schatten, die de oudheid ons heeft nagelaten. Ziehier de vertaling van het opschrift, dat ze droegen.

Men vindt het in het Tijdschrift Ost-Friesische Mannigfaltigkeiten, 3 Jahrgang, Aurich, 1786. Waar het ons noodig dacht, hebben wij eenige veranderingen en vermeerderingen gemaakt. Wiarda heeft alle zijne bronnen naauwkeurig aangewezen, welke aanhalingen wij hebben achterwege gelaten, doch eenige ophelderende aanteekeningen er bij gevoegd.

Zie deswege Prof. N. YPEY, Verhandeling over de Quotae, Harl. 1784, en vooral de krachtige Deductie der Friesche Staten van 1786, in groot en breed 4^o gedrukt, waarin tevens de ware toestand van 's lands financiën is bloot gelegd. Prof. YPEY berekende, dat de Quota van Friesland, in verhouding tot de overige provinciën, moest zijn: 9 Gld. 12 St. 2 Penn.

Reeds in 1786 schreef eene aanzienlijke engelsche dame, die een gedeelte van het fransche gezantschapspaleis te Pera bewoonde, het volgende: "De namen, welke men aan sommige voorwerpen geeft, ondergaan eene geheele verandering en verkrijgen eene gansch andere beteekenis, als men die voorwerpen in de vreemde landen zelve gadeslaat.

De Eerwaarde heer Petrus Hendrix, kapelaan te Lottum, die gelijk meerdere zijner Kessellandsche ambtsvoorgangers een nijvere bijenhouder was, en jarenlang liefhebber en beoefenaar dier teelt is geweest, heeft tot gemak van eigen bewerking en tot gerief van anderen, die zich op deze kennis toeleggen, de vruchten zijner "ondervinding en pratijk" zooals hij zegt, in schrift gebracht en te boek gesteld, waaraan hij den 11 December 1786 de laatste hand legde en zoo dien geestesarbeid voltooide.

Volgens het berigt van den Burger LESCAILLIER, hebben de jaaren 1785, 1786 en 1787 deeze vrucht, telkens met eene jaarlyksche vermeerdering, voortgebragt, tot dat men in de jaaren 1788 en 1789, op deeze Plantagie la Gabrielle, verscheiden honderde ponden heeft ingeöogst. By zyn vertrek van Guiana, in 't jaar 1788, bevondt zig deeze Plantagie in eenen bloeijenden staat.