United States or Jamaica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het geleek op een groote klip midden in zee. Wat was het? Ik kon het nog niet zeggen. "O, het beweegt zich! het duikt!" riep Ned Land uit, "duizend duivels, wat is dat voor een dier? Het heeft geen gespleten staart zooals walvisschen of potvisschen en de zwemvliezen lijken op stompen." "Maar....?" vroeg ik. "Daar," riep de Amerikaan, "nu ligt het dier op den rug met de borsten in de lucht!"

De Stormvogels i. e. z. (Procellariinae), die de tweede onderfamilie, de kern van de orde, vormen, hebben een forsch gebouwden romp met korten hals en grooten kop; hun snavel is korter dan de kop, stevig en hard, met voren aan de zijden, waardoor de spits van den bovensnavel, die in een sterk gekromden haak eindigt, als 't ware van het overige deel is afgescheiden; ook van de onderkaak is de spits benedenwaarts gebogen; de neuskokers, aan welker voorste uiteinde zich de neusgaten bevinden, zijn onderling en met het achterste deel van den snavelrug vergroeid; de voet is middelmatig groot en dik en heeft een korten, zijdelings samengedrukten loop; de drie voorteenen zijn vereenigd door volkomen zwemvliezen, de achterteen wordt slechts door een klein wratje aangeduid; de vleugels gelijken op die der Meeuwen, maar zijn spitser en minder lang; de staart is uit 12

Zij zijn zoo groot als Duiven of Eenden. Hun priemvormige snavel loopt niet uit in een voorhoofdsplaat en is zoo lang als de kop. De hals is lang, de romp langwerpig; de tamelijk korte en afgeronde vleugels reiken weinig verder dan den wortel van den tamelijk korten staart; de voet heeft een korten loop; de voorteenen zijn, evenals bij de Meerkoeten, met gelobde zwemvliezen omzoomd.

De vingers en de teenen, die altijd tamelijk goed onderscheiden kunnen worden, zijn bij de meeste Robben volkomen beweeglijk, en slechts door zwemvliezen verbonden, bij eenige weinige soorten echter geheel en al door de huid omgeven en onbeweeglijk, hoewel zij ook in dit geval aan de bovenzijde kleine nagels dragen, en hieraan herkenbaar zijn.

Haar vertrek en haar aankomst hebben ongeveer ter zelfder tijd plaats als die van het Vischdiefje. Haar snavel is merkbaar gebogen, even lang als de loop, korter dan de kop; de kleine, met sterk uitgesneden zwemvliezen voorziene poot is slank en hoog, de staart kort en betrekkelijk ondiep gevorkt.

Als dat zoo was, zegt rev. Shaw, dan zou God zelf er wel voor zorgen, dat zij binnen de grenzen bleef, waarvoor Hij haar bestemd had. Een hen is niet bestemd te zwemmen, daarom heeft zij ook geen zwemvliezen gekregen; nu zou het toch te dwaas zijn, om een wet te maken, waarbij hennen verboden werd te zwemmen. Zoo doen de mannen echter met de wetten voor de vrouwen.

Deze komt in grootte met een Duif overeen, maar heeft pooten, welke door lengte en bevedering en door de aanwezigheid van halve zwemvliezen tusschen de voorteenen aan die van de Kluiten herinneren. Zij heeft een stevigen, lancetvormigen snavel met eironde neusgaten.

Dezelfde zwem- of liever roei-pogingen hebben de zwemvliezen doen optreden bij kikvorsch, zeeschildpadden, otter, bever, etc. Anderzijds hebben de van geslacht op geslacht in de boomen levende vogels noodzakelijk langere en anders gevormde teenen dan de watervogels.

Zij zijn sterk gebouwd en middelmatig groot of klein; de spitse, harde snavel is zoo lang als de kop of nog iets langer en recht of nagenoeg recht; de korte pooten hebben vier teenen, die met tamelijk scherpe, gekromde klauwen gewapend zijn; de achterteen is meestal zeer kort; de zwemvliezen zijn meestal kort en dikwijls diep uitgesneden; de vleugels zijn zeer lang, smal en spits; hun eerste slagpen is langer dan de overige; de staart is middelmatig lang, meer of minder diep gevorkt en uit 12 pennen samengesteld; het vederenkleed is dicht, zacht, glad aanliggend en grootendeels licht loodkleurig grijs, zwart en wit; het verschilt weinig of niet bij 't mannetje en bij 't wijfje; duidelijk merkbaar is echter het onderscheid tusschen het herfst- en het lentekleed, niet minder dat tusschen de jongen en de volwassen Vogels.

"Zou het niet verdrinken?" vroeg Nab. "Neen," antwoordde Harbert, "het heeft zwemvliezen en is dus een amphibie. Maar wij moeten opletten." Top bleef te water. Pencroff en zijn metgezellen gingen ieder aan een kant staan, om het beest elken uitweg af te snijden. Harbert had zich niet vergist. Weinige oogenblikken later verscheen het zwijn aan de oppervlakte van het water.