United States or Malaysia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij zijn sterk gebouwd en middelmatig groot of klein; de spitse, harde snavel is zoo lang als de kop of nog iets langer en recht of nagenoeg recht; de korte pooten hebben vier teenen, die met tamelijk scherpe, gekromde klauwen gewapend zijn; de achterteen is meestal zeer kort; de zwemvliezen zijn meestal kort en dikwijls diep uitgesneden; de vleugels zijn zeer lang, smal en spits; hun eerste slagpen is langer dan de overige; de staart is middelmatig lang, meer of minder diep gevorkt en uit 12 pennen samengesteld; het vederenkleed is dicht, zacht, glad aanliggend en grootendeels licht loodkleurig grijs, zwart en wit; het verschilt weinig of niet bij 't mannetje en bij 't wijfje; duidelijk merkbaar is echter het onderscheid tusschen het herfst- en het lentekleed, niet minder dat tusschen de jongen en de volwassen Vogels.

Nu trekt de geheele aarde haar lentekleed aan; duizendtallen van zangers begroeten de aangekomene met vrolijke liederen; de vloed roept haar ruischend het welkom toe; en hoog in de lucht ziet de arend met zijne scherpe blikken naar de aarde neder, hoe daar millioenen knoppen en bladeren heinde en ver ontluiken, als ware het, om hunne geuren als een offer van innig gevoelde dankbaarheid op het altaar der Lente uit te storten.

Op den trek doorkruist hij geheel Afrika en Azië tot het eiland Luçon. In het lentekleed zijn de achterkop, een smalle streep op den achterhals en de mantel zwart, de laatstgenoemde met groenachtigen glans; de vleugels zijn zwart; de staart is aschgrauw; alle overige deelen zijn wit, op de voorzijde met een teere, rozeroode tint.

Het lentekleed van het mannetje is van boven aschgrauw, van onderen zwavelgeel, aan de keel zwart, welke kleur van het grauw der bovenzijde gescheiden is door een witte streep; een streep van dezelfde kleur loopt boven het oog langs; twee lichtgrijze, niet zeer duidelijke banden komen op den vleugel voor. De drie buitenste stuurpennen zijn grootendeels wit, de pooten vleeschkleurig roodgeel.

Geheel anders is het kleed kort na het ruien. Dan zijn de spitsen van alle veeren van den nek, den bovenrug en de borst witachtig van kleur; het geheele dier ziet er dan gestippeld uit. Tevens wordt de snavel donkerder. Het wijfje gelijkt op het mannetje, maar is ook zelfs in het lentekleed sterker dan hij. Totale lengte 22, staartlengte 7 cM.